Henk van Kuijk: De Rotterdamse ober

Foto: Henk van Kuijk

Henk van Kuijk heeft over alles in de sport een duidelijke mening en heeft een vast lezerspubliek opgebpuwd. Deze keer gaat hij in op het enorme feest van een speciale Feyenoord fan:
Rotterdamse ober

Het afgelopen weekend bevond ik mij in Groesbeek. Een gezellig dorp in een fraai bossengebied, ten zuidoosten van Nijmegen. Ik wist dat hun betaalde voetbalclub, Achilles ’29, eerst gestraft was door de KNVB met puntenaftrek, omdat ze hun financiën niet op orde hadden, en dat ze vervolgens ook nog degradeerden. Naar het amateurvoetbal terug. Na een forse wandeling en een bezoek aan het Bevrijdingsmuseum belandde ik in het gezellige Hotel Restaurant “De Oude Molen”. De molen was wel verdwenen, de naam slaat op de plek waar hij jarenlang stond.

De stenen ervan moesten namelijk gebruikt worden voor het verharden van de weg, voor Operatie Market Garden. Tijdens het “verrassingsdiner” ving ik op dat de jonge ober een Barcelona fan was. Toen hij de soepkommen kwam ophalen, vroeg ik hem terloops: “Je houdt van voetbal, hè?” “Zeker!” “Maar mag ik je iets vragen? Hoe moet het nou met Achilles? Ik schrijf sportcolumns.” “Ohhh…. dat moet u aan mijn collega vragen, die weet er alles van. Hij is supporter, ik niet. Maar mag ik u ook iets vragen?” “Tuurlijk.” “Wie wint er morgen?” “Je bedoelt Feyenoord of Ajax?” “Ja.” “Nou…. kijk, Heracles kan, als ze zin hebben, heel goed en fel combineren, het is een linke ploeg.” De ober zuchtte diep, keek naar de soepkommen, en zei: “Tja, dan heb ik niks aan u…. u begrijpt nu, ik ben Rotterdammer.”

Ik probeerde hem toch nog wat moed in te spreken. “Ik bedoelde, er is een k a n s dat Heracles wint of gelijkspeelt. En het is ook niet zeker dat Ajax wint.” Hij zuchtte nogmaals. Mijn woorden beurden hem niet echt op. “Kijk”, zei hij, “bij die partij tegen Excelsior rende ik steeds vanuit de keuken hier naar de kassa, waar de tv hangt. Maar dat was verschrikkelijk, dat ga ik zondag niet weer doen. Ik blijf in de keuken. Zet daar de radio aan. Gaat het fout, dan is radio niet zo erg als tv, ziet u? Met radio kan ik de spanning ook beter aan, je ziet de fouten niet, de verslaggevers vertellen er alleen over.” Ik dacht na, vond dat een interessante gedachte. Laten we dat maar beperken tot sport, en niet toepassen op bomaanslagen.

Na het toetje van vanille met slagroom en fruit, nam ik afscheid van hem. “Houd moed morgen, hè!” Aan zijn collega vroeg ik nog hoe het nou met Achilles moest. “O, dat gaat heel moeilijk worden, er is van het eerste elftal bijna niets over, ze hebben geloof ik nog drie spelers. En een Braziliaanse sponsor heeft nog steeds geen geld overgemaakt.”

Op zondag in de trein naar huis volg ik Feyenoord-Heracles op de I-phone. Feyenoord wint. Ik stuur op maandag per mail een hartelijke felicitatie naar het adres van “De Oude Molen”, “voor de Rotterdamse ober”. Ik krijg vrijwel onmiddellijk een reactie terug: “Dank! Ik ben zoooo blij en gelukkig, meneer!”

Henk van Kuijk