Henk van Kuijk: Leeuwinnen

Het zeer geslaagde Europees Kampioenschap Voetbal voor Vrouwen riep vele toejuichingen op- Henk van Kuijk blikt terug

Het zeer geslaagde Europees Kampioenschap Voetbal voor Vrouwen riep vele toejuichingen op. Maar ook vragen. Ik heb ook een vraag: Mag je leeuwinnen met leeuwen vergelijken? Ja, natuurlijk mag dat. Probleem is alleen dat het niet zo best gaat met onze Koninklijke Leeuwenstand. Ze dreigen uit te sterven, mogen misschien niet rennen in Rusland, zelfs. Leeuwen en leeuwinnen mogen niet meer in het circus. Des te mooier dat we in de verschillende uitverkochte arena’s prachtige oranje leeuwinnen mochten bewonderen en toejuichen. Later voeren ze statig op een boot door de singels van Utrecht, krachtige powerklanken uitstotend, en uitbundig toegezongen. Katachtig en vol geest en vreugde waren hun optredens. Dat kon je niet zeggen van het optreden van onze leeuwen in Bulgarije. Die moeten binnenkort vol aan de bak in Parijs, tegen Franse Haantjes, om hun nummer te mogen maken in Rusland. Ja, inderdaad, onze voetballende heren kunnen een voorbeeld nemen aan de mentaliteit van de dames. Ook bij een achterstand bleven ze overeind. En ze wonnen toch. Ik zat op het puntje van mijn stoel. En juichte de teevee al klappend toe. Door het “fantastische EK-vrouwen” wil Engeland nu ook dat EK organiseren. Nederland als modelland, qua organisatie ook. Model naar de bakermat van het voetbal. Geweldig.

Zo dat is even genoeg over wat er super was aan de damesvoetballers. Maar je mag ook best kritisch zijn. Al kijkend naar de oranje-vrouwen telde ik nogal eens: een… twee…. drie….. en dan ging de volgende pass fout. Driehoekjes waren er wel, maar de pass vooruit ging regelmatig de mist in. En zoals iemand opmerkte: het atletisch vermogen van sommige speelsters liet wel te wensen over. Want voetbal is een loop- en wendsport. En dan die mistastende keepsters, die soms niet eens doken. Maar wat was ik blij, toen ik de tactiek zag van Oranje. In 2009 en 2015 zag ik een vrouwenteam dat zich ingroef in de verdediging en hoopte op een stiekeme snelle counter via Melis. Met eén spits eigenlijk. En wat zag ik nu? Een team dat vol op de aanval speelde, met twee goede buitenspeelsters en een doortastende spits. Een verademing. Want: DE HOLLANDSE SCHOOL! Trainers Arjen van der Laan en later Sarina Wiegman hebben die benadering prachtig ingeslepen. Tachtig landen zagen op teevee een Nederlands elftal voluit bewijzen dat de Hollandse School wél loont, en niet ouwerwets is, maar vrouwerwet. De dames waren een superschoolvoorbeeld, ook voor die miljoenen-binnenharkende voetballers en hun trainers. En toen moest ik een paar dagen later erg lachen: de Uefa had maar liefst vijf Nederlandse speelsters opgenomen in het sterrenteam van het EK. En wie stonden er in de aanval? Pernilla Harder van Denemarken en Jodie Taylor van Engeland. Wéér een tweespitsensysteem, en een 4-4-2 opstelling. Duidelijk is dat we nog wat oranjebrillen moeten sturen naar de herenbobo’s van de Uefa in Genève.

Henk van Kuijk