Henk van Kuijk: Kunstgras

Foto: henk van kuijk

Henk van Kuijk over kunstgras

Kunstgras Kunst, ik hou ervan.

Ben er ook aardig goed in. Maar het woord gaat opeens iets anders betekenen als je het combineert met een ander woord: kunstbeen, kunstborsten, kunstgreep, kunstenmaker, kunstknie, kunsthart…. Dan betekent het “niet echt”, “namaak”, zelfs “nep”. Niet bijzonder dus. Okee, sommige mannen houden van kunstborsten, vinden ze bijzonder, maar ik niet. Met een kunstbeen zou ik daarentegen wel blij zijn. Met kunstenmaker weer niet.

Nu spelen alle hockeyclubs in Nederland op een kunstgrasveld. De reden is dat een echt grasveld teveel hobbels en huppels oplevert voor mooi spel. Het balletje is tenslotte klein. Dat kan ik nog wel volgen, al vind ik blauw gras weer niet mooi. Bij het voetbal spelen al zes eredivisieclubs op kunstgras: Heracles, ADO, Excelsior, Roda, PEC Zwolle, en Sparta. In de Eerste Divisie zijn het er zelfs twaalf van de zestien. En in het amateurvoetbal zijn er honderden velden van kunstgras, met de omstreden zwarte korrels van gemalen rubberband. Maar hoe lang blijven ze nog? Of komen er alleen kurkkorrels bovenop, jaja, van echt kurk. Moeten de ouders van de spelertjes wat vaker wijn gaan drinken en de kurken bij de club afleveren? Onze Grote Club Kurk Actie!!

Dan vind je later in ieder geval kurkjes in je wasmachine en geen rubberkorrels. De sliding op kunstgras blijft wel link. Een meerderheid van de profclubs vond onlangs in een peiling dat het bestaan van kunstgrasvelden naast echte grasvelden de competitie vervalst. Kunstgras voetbalt namelijk anders, zeggen ze, daar hebben de thuisclubs voordeel van. De bal glijdt meer door, huppelt, het spel lijkt op zaalvoetbal. En vooral, je loopt er sneller spierblessures op, als je er niet regelmatig op speelt en traint. Dus je speelt er voorzichtiger op. Gezien de penibele internationale positie van ons voetbal gaat de KNVB een masterplan opstellen dat moet leiden tot beter voetbal. En daarin wordt al een groot vraagteken achter het spelen op kunstgras gezet. In geen van de toplanden wordt er op kunstgras gespeeld. Buitenlandse topspelers hebben minder trek om op Nederlands kunstgras te gaan spelen. Het is ook eigenlijk te gek voor woorden. In een land met prachtige koeien in groene weilanden en ruime regenval gaan we het bekendste spelletje op plastic spelen. En soms schuiven we het dak al dicht boven het veld.

Ook heel kunstig, maar vooral kunstmatig. Met schuivende lichtbakken boven het veld die de sprieten goed laten groeien. Allemaal nep. Nu zegt u: hoho, onze koeien gaan ook steeds meer de overdekte stal in, en niet het sappige groene weiland in. Dat is ook zo, en ook dat is erg nep. Niet gewenst. Piet Franssen was een beroemd profvoetballer van GVAV uit Groningen, én hij was melkboer. Hij voetbalde op echt groen gras. Zo hoort het. Ik bracht mijn hele voetbaljeugd door op echt gras.

Ik heb in het weekend nog de geur van groen gras in mijn neus. Nu zie ik vale plastic velden in mei, die lelijk glimmen in de zon. Ik geef toe, er is één voordeel van kunstgras. Bij mijn plaatselijke voetbalclub kunnen nu kinderen breeduit op de mooi verlichte hoofdvelden trainen, zonder dat die velden in twee maanden verworden tot modderpoelen. Daar krijg je betere voetballers van. Maar laat ze dan toch vooral hun wedstrijden wel spelen op echt gras. En, laten al die zunige gemeentebesturen eindelijk eens gaan kijken naar de voordelen van echt gras, in plaats van naar hun politieke bezuinigingsplannen. Want die vooral veroorzaakten de kunstellende. Henk van Kuijk