Henk van Kuijk: Jeugdtoernooi

Foto: Henk van Kuijk

Jeugdtoernooi

Toen ik echt jong was, nam ik deel aan voetbalzomerkampen in Berg en Dal en Vught. Geweldig vond ik die. Vanuit Utrecht fietsten dertig jochies, en vier leiders, moeiteloos naar Nijmegen, fietsten ja. We speelden in de zomerzon elke dag tegen ploegen tegen wie we normaal nooit speelden, uit alle streken van het land. Op glorieus echt gras. Onze leiders hadden twee weken vakantie toen, en die gaven ze zomaar aan ons. Bij een reünie van de club, toen ik ouder en rijper was geworden, bedankte ik mijn leider Nico daarvoor, hij begreep het goed. Maar hij zei: “Ik genoot ook toen jij op de bonte avond in de grote tent een eigen voetballied zong met je banjo. Daar waren we als club trots op, we konden niet alleen goed voetballen.”

Onlangs bezocht ik als toeschouwer het internationale, driedaagse D-jeugdtoernooi van FC Den Helder. Elk jaar komen er eind mei clubs uit alle windstreken naar het prachtige sportpark achter de duinen, en ook uit het buitenland. Ik noem Excelsior, Fortuna Sittard, Achilles ’29, De Graafschap, FC Dordrecht, Hesperange uit Luxemburg, Fremad Amager uit Denemarken, West Bromwich Albion uit Engeland, SK Rhodienne uit België, Alphense Boys. Elke club kon beschikken over twee grote Marinetenten, twintig veldbedden en matrassen. Een kussen en slaapzak moesten ze zelf meenemen. Er waren gezamenlijke maaltijden. Voor meereizende ouders waren voordelige hotels beschikbaar. Die ook sponsors zijn.

En natuurlijk was er een avondprogramma waarin de clubs ook zelf iets moesten brengen. Het weer was schitterend, zaterdag was het knetterwarm, maar de spelertjes maalden er niet om. Ze gingen voluit. Ik sprak met een groepje spelers van Fortuna Sittard. Ze hadden de finale net niet gehaald, maar geweldig genoten, in dit deel van Nederland waren ze ook nooit geweest. Nu vuurden ze De Graafschap aan in de finale tegen Excelsior. Hoe? Ze zongen luidkeels het lied van de Superboeren, met een zachte G. Schitterend. Ik liep langs de tenten die om het hoofdveld stonden opgesteld, en zag bij elke tent de clubvlag. Stiekem keek ik nog even naar binnen. En dacht aan mijn eigen voetbalkampen, met enige weemoed. In Nederland stoppen we met voetballen als het mooi weer wordt. Laten we weer voetbalzomerkampen gaan organiseren, van een of twee weken, op echt fraai zomergras.

Henk van Kuijk