Henk van Kuijk: Slot-Etappe

Henk van Kuijk schrijft altijd scherpe en creatieve columns- Deze keer over de wielrensport

Bent u ook wielerliefhebber? Ik wel. Ik volg al jaren de Tour, en ook de Vuelta. Nee, ik ga niet urenlang naar een scherm staren met een peloton en hier en daar een vluchtgroepje. Nee, ik kijk het laatste uur wel, dan gebeurt er vaak wat, en tussen de vaat door kijk ik dan ook even naar oude ruïnes, kastelen, groene of bruine bergen en bruisende rivieren. O ja, en meerennende malloten. Maar afgelopen zaterdag was het anders. Toen keek ik naar amateurfietsers die zij aan zij met wijnglazen proostten, met elkaar babbelden over hoe zwaar het allemaal was geweest, op elkaars schouders sloegen, met zijn zessen naast elkaar op de foto gingen, en een grapje maakten naar de cameraman. Maar dit was toch de laatste étappe van de Ronde van Spanje? Die telde toch mee voor het klassement? Ik keek linksboven naar het scherm… nog 129 kilometer. Jee, dat wordt een lange zit… nee, dat doe ik niet. Ik gooide de teevee uit en ging gitaar oefenen. Veel nuttiger dan zo’n fake-wedstrijd. Na zo’n twee uur drukte ik de teevee weer aan, en toen zag ik zowaar wat echte wielerbewegingen. Ze reden nu, nog wel in massief peloton, al 35 per uur, wat sneller dus. Ze kletsten ook niet meer, want ze kwamen de buitenwijken van Madrid binnen, waar tenslotte de mensen rijen dik op viaducten hun kunsten bewonderden. Dan kan je niet op je elektrische fiets binnenboemelen. Tenslotte kwamen de rondjes door de binnenstad, en toen kwam er echt wat gang in, en reden ze ruim boven de veertig. De laatste vijf minuten van zo’n vier uur topwielrennen waren wel de moeite waard. De renners zochten naar hun sprintpositie, op topsnelheid, vaak aangetrokken door een slepende ploeggenoot. De Italiaan Trentin werd de winnaar. Zwetend kwam hij over de streep, bij dertig graden. Niet van de champagne, denk ik, want hij stond niet in de top-tien, maar wist dat hij deze slot-etappe kon winnen. Hij nam de wedstrijd nog ‘n beetje serieus. Ik had nog gehoopt dat Froome tien kilometer voor de finish drie lekke banden zou krijgen, door de champagne over een bananenschil zou uitglijden, zijn sleutelbeen zou breken, en per ambulance over de eindstreep zou rijden. Ik hoor u al “ohhh” roepen. Dan zou hij toch geen eindwinnaar zijn. Maar Vincenzo Nibali. Het gebeurde niet, helaas. Ik herinner me nog goed dat in 1989 Greg Lemond de Tour won door in de laatste étappe – een tijdrit – Laurent Fignon, die in het geel reed, te verslaan op de Champs Elysées. Met luttele seconden voorsprong. Ik was in het Evoluon in Eindhoven. Bezoekers groepten samen rond enkele televisietoestellen, om de adembenemende apotheose van deze Tour te aanschouwen. Ik ook. Wie heeft er eigenlijk bedacht dat zo’n slot-etappe alleen nog maar show moet zijn? Gaat het ook overwaaien naar voetbal? Als Ajax één wedstrijd voor het einde van de competitie al vijf punten voor staat op Feyenoord en PSV, gaan ze dan thuis tegen Excelsior driehoekjes met de tegenstander tikken en balletjes hooghouden, met champagneglas in de hand en een babbel?

Henk van Kuijk