Schrijfster Joke de Meyer blijft boeien

Foto: eigen archief

DE FANTOOMSTALKER/2 :

Even later, in een bureau van het hoofdkwartier van de Gentse politie…enkele bekende inspecteurs hebben nog laatavonddienst. Ze waken over de dienstverlening, al dan niet met tegenzin, zeker op een vrijdagavond wanneer een verlossend weekend lonkt…

Inspecteur Brian is geïntrigeerd. Hij wandelt zoals altijd pronkend rond als een pauw, dit keer in zijn nieuwe bruine vest met broek in glanzend linnen: exclusieve merkkledij, traditiegetrouw op de kop getikt tegen een zacht prijsje tijdens een uitverkoop. Zijn wangen vertonen een fleurige blos. Telkens er een freule met enige standing zich voor hem etaleert, kan hij zijn haantjesgedrag niet laten. Hij wil troosten, een vader zijn, haar opvangen. Karen laat zich van haar jaloerse kant zien…ze heeft vandaag wat minder moeite gedaan om zich extra toonbaar te maken zoals men dat noemt. Vermoeiende avonden, allerlei lessen volgen in combinatie met lange werkdagen…wat was het doel ook weer, o ja, zich meer verdiepen in de psyche van de daders van misdaden-alsof ze daar nog behoefte aan heeft met hetgeen ze dagelijks te zien krijgt. Maar het kan helpen bij een mogelijk bevorderingsexamen. En Brian probeert ze al een hele tijd uit haar hoofd te zetten, een relatie met een collega dat brengt alleen maar extra kopzorgen met zich. En daarenboven zijn ze te verschillend…hij is soms vreselijk pedant, kan zich gedragen als een ijdeltuit en heeft moeite met het zich inleven in de gevoelswereld van anderen. Maar langs de andere kant, hij is heel charmant en vooral aantrekkelijk. Ze corrigeert enkele weerbarstige haarlokken die krullend neervallen op haar voorhoofd en gluurt wat geërgerd naar haar beige jasje, spannende jeansbroek en afgesleten bottines. Kan ze zo de competitie aan met zo’n jong ding, een afgeborstelde barbiepop? Ze zucht en zet zich aan tafel om een verslag te maken op de laptop.

Brian bijt de spits af : “Waarmee kunnen wij u van dienst zijn, mevrouw?’

De chique Jackie zit neer, is de wanhoop nabij en vraagt smekend :“U moet me helpen. Iemand probeert me tot waanzin te drijven.”

Karen springt hier in : “Kan u de situatie schetsen? Wie heeft er een motief om u schrik aan te jagen of kwaad te doen?” Ze wil dat het wat vooruitgaat. Haar moeder komt logeren dit weekend en haar appartement heeft nog wat “opkalefateren” nodig. Ze is een echte sloddervos, terwijl mama eerder een dwangneurotische controle-freak blijft.

“Ik heb al een hele tijd het gevoel dat ik achtervolgd wordt. Ik heb nog geen aangifte gedaan, omdat ik dacht dat het pure inbeelding was – we leven immers in een gekke wereld. Dit keer was het echt eng in de ondergrondse parking. Ik ben snel weggereden en heb niets meer gezien. Ik ben onmiddellijk naar hier gereden en aan het onthaal verwees men mij door naar jullie…” Jackie wrijft gespannen met gekruiste armen over haar schouders.

“Kan u die persoon beschrijven? Man, vrouw? Bepaalde fysieke kenmerken?” Brain zet zijn enquête verder, terwijl zijn ogen gericht zijn naar het plafond. Vreselijk uitzicht, door de besparingen heeft dit laatste al jaren geen verflaag meer gekregen – bedenkt hij- gelukkig zorgt hij dankzij zijn piekfijne dresscode voor enige standing.

“Ik weet het niet…het was nogal donker in de garage. Maar het silhouet, het haar en de kledij leek op dat van mijn vermoorde moeder…” Ze barst in tranen uit.

Karen knikt begripvol, maar geeft toch onmiddellijk repliek. “Rustig maar, u bent in veiligheid nu. Misschien hebben de camera’s in de garage iets geregistreerd of zijn er getuigen. Hoe bedoelt u, uw vermoorde moeder ?

Jackie neemt haar zakdoek en veegt het oogvocht weg. Daardoor loopt de mascara uit. Karen verkneukelt zich inwendig terwijl ze nota neemt en zich de volgende bedenking maakt : zonder die maskerade van haar ogen lijkt ze toch nog menselijk: eigenaardig dat iemand met zo’n allure zich geen waterproof make-up permitteert…

Jackie zet moedig haar verhaal verder.
“Ja, als deze camera’s tenminste werken. De verlichting laat het ook dikwijls afweten. De firma huurt die garage aan een goedkope prijs. We zijn nog niet zo lang operationeel en er wordt bespaard op werkingskosten. Mijn moeder is tien jaar geleden omgebracht. Ik was toen nog maar een tiener. Mijn vader heeft dit nooit kunnen verwerken en verblijft sedertdien in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij was verslaafd aan pijnstillers en antidepressiva. Ma droeg vaak dezelfde jurk. Ze had deze kledij aan toen…”

Haar ademhaling stokt. Ze kan even niet verder ingaan op de details…
Brian heeft zijn wandelsessie stopgezet. Hij vindt het verhaal van de modepop plots nog meer interessant worden. Zelfs het wansmakelijke decor verliest zijn aandacht. Tijd om zich terug te focussen op de prinses in nood. Ligt zijn haar nog goed-o nee, hij wrijft over zijn bruine golven, hij is de gel vergeten deze morgen. Hij kijkt haar meedogend aan terwijl hij verbaal tussenbeide komt.

“Waarom uw moeder ? Bent u zeker ? Dat is een zwaar verleden dat u op uw rug torst. Onze innige deelneming hiervoor. Waarom zou iemand zich vermommen als haar om u het leven zuur te maken?”

Er heerst even een doodse stilte. Zelfs Karen heeft het even moeilijk. Ze kan zich niet inbeelden dat haar moeder er niet meer zou zijn, ook al kan ze vaak tiranniek uit de hoek komen. En vooral, wie zou ze wekelijks haar was en plas laten doen?

Er wordt op de deur van het sombere lokaal geklopt. Brian doet stante pede open en ziet één van de agenten staan. Hij is vergezeld van een jonge man in sober, zwart maatpak. De agent deelt hem mee dat dit Sebastiaan is, de vriend van Jackie. Hij heeft zich aangemeld aan de front desk en wil haar dringend zien. Brian dankt de agent en verwelkomt Sebastiaan.

Sebastiaan komt binnen en haast zich naar Jackie. “Oef, Jackie, je bent ongedeerd. Ik zat vast in de verkeersdrukte.” Hij omhelst haar.

“Dank, lieverd. Zoals je me aanraadde, ben ik onmiddellijk na het voorval naar de politie gegaan. Het was een doodenge ervaring.” Ze rilt nog van de doorstane stress.

Sebastiaan is een slungelachtige twintiger, ziet er nogal bleek uit en lijkt zich nogal onwennig te voelen in de smoking. Brian taxeert hem-geen echte match voor deze babe, maar wie kan er ook aan hem tippen ? Ze missen beiden duidelijk nog levenservaring-die je pas begint op te doen eens je de grens van dertig jaar voorbij bent-maar dan nog is dit geen garantie, daarvoor moet je leergierig zijn zoals ik, denkt hij en grinnikt bij deze hovaardige gedachte.

“Sebastiaan is mijn vriend-we zijn slechts enkele maanden samen- hij ziet me dolgraag. Hij is het beste wat me is overkomen na al die ellende vroeger…” Jackie voelt zich duidelijk op haar gemak bij de levensgezel.

Sebastiaan is nerveus en weet geen blijf met zijn handen. Af en toe bijt hij in zijn vingernagels. Er valt iets op bij hem, vindt Karen. Ze herkent in zijn gelaat trekken van iemand anders, maar kan dit niet nader duiden. Tegelijkertijd stelt ze zich voor in de armen van zo’n ‘toyboy’. Hm, zou dat iets voor haar zijn- neen, te mager en onervaren; maar misschien wel goed in bed- o neen, denkt ze, blijf bij je leest, of liever gefocust op je computerscherm. Waar slaat men deze documenten nu weer op?

Brian legt hem even het vuur aan de schenen. “U komt dus van het restaurant Bonne Cuisine aan de andere kant van de stad?”

“Ja, we hadden daar afgesproken om ons samenwonen te vieren. Ik zat te wachten en kreeg toen dat onrustwekkend telefoontje van Jackie. Ik heb haar aangeraden om met jullie contact op te nemen.” Sebastiaan neemt plaats op een stoel naast zijn vriendin en legt zijn rechterhand op haar schouder.

“Ze beweert dat ze reeds enige tijd het gevoel heeft dat iemand haar gadeslaat. Heeft ze u daarvan iets verteld of hebt u zelf wat opgemerkt ?” Karen heeft ontdekt waar ze het document moet opslaan en stelt met enige gemoedsrust verder gerichte vragen.

“Eu, ja- ’t is te zeggen : ze was de laatste tijd nogal gespannen en ik dacht dat het aan mij lag. En toen vertelde ze het mij. Over het gevoel dat iemand haar volgt. Maar ze wou geen actie ondernemen.” Sebastiaan wrijft over haar arm. Ze ademt terug rustig.

“Bent u de hele tijd in het restaurant gebleven? Kan iemand dat bevestigen?” Brian neemt zijn hoedanigheid als speurder ter harte. Zijn vraag klinkt nogal beschuldigend.

“Wat een vraag! Verdenkt u mij soms? Jackie, ik zie je graag; ik wou je zelfs verrassen met die teddybeer in de wagen. Ik heb het daar deze middag gelegd. Ik was in het restaurant, ja, ik zat aan tafel zes of zo en ook toen ze me opbelde na het gebeuren…” De vriend is verontwaardigd, maar laat zich niet in het nauw drijven.

Karen verdedigt haar collega. Ze repliceert alvorens Brian een antwoord kan uitbrengen. Hier geniet ze van: af en toe die eigenwijze snob onder haar bevoogdende vleugels nemen.

“Wij onderzoeken alle mogelijke pistes. U moet zich niet ongerust maken. Onze collega’s zullen uw alibi checken. Ze zijn momenteel aan het nagaan in de omgeving van de parking of iemand eventueel iets of iemand verdacht gezien heeft. Dit is standaardprocedure. Wij nemen elke klacht inzake stalking heel ernstig.”

Brian laat zich niet uit het lood slaan door Karens attitude. Hij werpt haar een venijnige blik toe en berispt haar tegelijk als informaticakluns.
“Heb je het verslag opgeslagen in de juiste map, dierbare collega?”

“Ja hoor. Ik vergeet dingen nooit, er zijn er die ’s morgens gel vergeten op hun kapsel te doen, waardoor hun hoofd gelijkt op een geëlektrocuteerde kip.” Karen geniet van haar ad rem-zijn.

Tegelijkertijd maakt ze zich de bedenking: wat klopt er van dit bizarre verhaal? Iemand die zich vermomt als vermoorde moeder en tien jaar na deze dramatische gebeurtenissen de snobistische dochter de duivel op het lijf komt jagen? Een soort stalker uit het hiernamaals?

Heel binnenkort het volgende deel