Joke de Meyer – In de ban van de Stroman

Foto: J. de Meyer

N DE BAN VAN DE STROMAN/5:

Even later roept opperhoofd Herlinde de verstrooide inspecteur Brian op het matje en heeft een ernstig gesprek met hem in het met fleurige meubelen opgesmukte bureau, waarvan het grote venster uitziet op een boomrijk park. Ze is duidelijk niet van plan om haar eigen verworven stekje als diensthoofd af te staan. Hij vertelt de ware toedracht van zijn onverantwoorde afwezigheid.

Ze toont toch een beetje begrip voor de emotioneel geladen omstandigheden. “Dus je vader was een alcoholverslaafde en heeft zo zijn eigen carrière als politie-inspecteur op het spel gezet? En zelfs zijn gezin hierdoor verloren? Zie je wel, mannen, altijd miserie. Het blijven eeuwige kinderen zonder enige zin voor verantwoordelijkheid. Kijk naar Martin en mij, hij muist ervanonder zodra hij weer ziet dat er iets moois kan bloeien tussen ons.”

“Zo is het helemaal niet geweest, Herlinde. Hij was een gevoelige ziel, die door gemiste carrièrekansen zich verloren voelde. Hij vluchtte weg in de drank, ook omdat mijn moeder zelf een soms harteloze, ambitieuze vrouw is. Ze heeft trouwens niet lang gewacht om een andere partner te vinden in Amerika en daar is mijn zus Sheila verwekt. Een heel ander en minder meegaand karakter trouwens. En dat was voor hem de genadeslag. Hij heeft haar nooit kunnen vergeten en is op de dool geraakt met opnames in sanatoria en uitoefenen van allerlei jobs in andere landen, van aannemer tot ober.” Brian is getuige à décharge van zijn eigen vader.

“En nu is hij plots teruggekomen? Waarom toch en terug aan geestrijk vocht verslaafd? Om je leven overhoop te halen? Je hebt hem nu binnengehaald in je appartement, wat heel nobel is. Maar hij kan nu ook jouw leven vergallen. En hij heeft al die jaren niets van zich laten horen? Je blijft toch zijn zoon.” Herlinde komt heel empathisch uit de hoek, een eigenschap die ze niet vaak openlijk ten toon spreidt om haar eigen ego te beschermen.

“Hij heeft het erg zwaar gehad en ik heb het hem ook niet echt gemakkelijk gemaakt. Ik heb hem altijd de scheiding van mijn moeder verweten. Ik ben toen niet meegegaan naar Amerika, maar bij hem gebleven. Dat was een pijnlijke periode voor iedereen, en ik ben in zijn voetstappen getreden bij de politie. Ik vind het mijn plicht om nu op hem beurt voor hem te zorgen.” Brian klinkt heel ingetogen en oprecht.

“Dat is misschien wat te sterk uitgedrukt. Ouders moeten voor hun kinderen zorgen, niet omgekeerd. Zij zijn de verwekkers en dragen hierin verantwoordelijkheid. Ik heb nooit kinderen kunnen krijgen, dus begrijp mijn woede hierover. Ze maken zich het er soms nogal gemakkelijk vanaf en dan steigert mijn frustratie.” Herlinde laat terug in haar gevoelige kaarten kijken. Het oud zeer blijft.

“Kunnen we het alstublieft over een ander onderwerp hebben? Ik neem mijn eigen beslissingen wel zonder die te laten afhangen van iemand anders zijn goedkeuring. Ik heb trouwens al een moeder en deze kon vroeger een ferme zaag spannen. Hoe zit het met deze nieuwe zaak?” Brian wordt kregelig.

“Hela, niet zo brutaal worden en hoog van de toren blazen he, eigenzinnig ventje. Ik ben nog altijd de chef hier. Je mag blij zijn dat ik je niet gemelde afwezigheid niet rapporteer als negatief evaluatiepunt. Hier is alvast een verslag van de vastgestelde feiten, neem het snel door en trek maar van leer. Je mag ook kennismaken met onze nieuw bink, die Martin tijdelijk vervangt. Een echte ‘eyecatcher’ voor ons als vrouwelijk gezelschap. Dus gegarandeerd concurrentie voor je zenuwslopende ijdelheid en daarbij nog jonger ook. Dus let op, van te weinig slaap en teveel zorgen krijg je snel rimpels.” Herlinde bijt van zich af. Ze is meelevend, tot men verwijten naar haar toeslingert. Dan tovert ze terug het kreng in zichzelf tevoorschijn.

Patholoog Kobe verschijnt ten tonele in het kantoor en maakt kennis met Brian. Brian voelt zijn hoogmoedige rijk als adonis wat bedreigd door deze charmante jongeling en komt venijnig uit de hoek: “Dus jij bent de nieuwe lieveling van de bronstige dames hier? Jong, onervaren en een groentje op elk gebied? Mag je wel alleen het huis uit van mama? En wees gewaarschuwd, uit de wellustige klauwen van deze geile harpijen komt je niet levend weg, en dat voor een lijkschouwer.” De inspecteur houdt zich niet in voor vinnige praat.

“Dus jij bent Brian? Ik dacht het al. De infantiele fat en blaaskaak van dienst. Je reputatie gaat je duidelijk vooraf. Ik werkte voordien aan de universiteit en heb reeds een zware opleiding achter de rug. Wat heb jij al achter de rug of heb je al meer op de rug gelegen?” Kobe geeft zonder aarzelen een sneer terug.

“Wat een verwaande kwast! Herlinde, laat je zo’n respectloos taalgebruik toe van je nieuwe vriendje? Ik dien een klacht in bij de interne preventiedienst en ga klagen bij de vakbond. Dit vormen pesterijen, grensoverschrijdend gedrag!” Brian gaat tekeer als een briesende stier.

“Geen zinloos gezeur! Wie is er begonnen met dergelijke praat voor de vaak? Men oogst wat men zaait. En nu ‘back to business’ liefst, heb je nog markante vaststellingen gedaan of binnengekregen van ons forensisch team, Kobe? Brief ons even kort. Brian gaat dan eindelijk aan de slag. Hij heeft immers veel schade in te halen.” Herlinde houdt de boog strak gespannen en snoert haar arrogante speurder de mond. In stilte geniet ze van dit optreden en stelt vast dat Brian jaloers is en zijn puberale karaktertrekjes niet kan verbergen.

“Niet meer eigenlijk dan wat ik reeds heb gemeld en in het verslag laat opnemen. De vrouw was bijna op slag dood door de wreedaardige perforatie van haar ingewanden met de hooivork. Nergens zijn er specifieke sporen van een mogelijke dader te vinden. Het vaginale onderzoek wijst niet op seksuele betrekkingen kort voor haar overlijden. De enige aanwijzing is het spoor van die schoenen, andere dan dit van de rubberen laarzen. Het gaat om lederen mannenschoenen, maat 44. Dus er waren vermoedelijk twee personen betrokken bij het voorval. Het is heel onwaarschijnlijk en zelfs niet rationaal verklaarbaar dat de moordenaar zijn schoeisel zou vervangen hebben op de plaats van de misdaad. De sporen van de rubberen laarzen houden halt bij de weg, de dader zal ze daar hebben ingeruild voor een ander paar schoenen om onbekend te blijven.” Kobe lijkt wel een redevoering te houden. Hij is duidelijk gewoon om studiedagen te organiseren.

“Dank je, beste Kobe. Ik moet duidelijk mijn mening over jou herzien. Je hebt reeds een minimale basiskennis opgedaan in die saaie, wereldvreemde universiteit. De boeiende praktijk zal je nog veel meer leren. We zullen je allen graag bijstaan om je knappe snoetje niet te laten bezoedelen door foute, debutantendiagnoses.” Brian kan het niet laten om venijnig zijn concullega te beschimpen.

“Mag ik jou erop wijzen dat ik heb meegewerkt aan een doctoraatsstudie over het onderzoek van slachtoffers van gruwelijke misdaden en daardoor reeds enkele jaren op de teller heb staan in die boeiende praktijk. Dus misschien kan ik mijnheer de gepromoveerde agent eens leren dat er meer dan enkel drie verkeerslichten kunnen zijn op een kruispunt.” Kobe is duidelijk niet op zijn mond gevallen en repliceert schertsend.

“Hou op, beiden! Hopelijk is dit kinderachtige meningsverschil nu uitgeklaard en kunnen we constructief samenwerken. Brian, wil jij het onderzoek van die schoensporen op jou nemen? Het lijkt me ook echt stom dat een moordenaar zijn schoenmaat daar openlijk zou achterlaten. Ik vermoed dat het om een geheim rendez-vous gaat en er een mannelijke getuige is die weggevlucht is. Dus we moeten deze zien te traceren.” Herlinde toont haar autoriteit en heeft genoeg van het vermoeiende hanengevecht.

“Het wordt letterlijk zoeken naar een speld in een hooiberg in dat verlaten boerengat. Zou de schoenmaat trouwens recht evenredig zijn met…., zoals bepaalde studies beweren?” Brian probeert terug zijn eigen vrolijke zelf te zijn.

“Helga was een pornoactrice en had dus zeker geen tekort aan al dan niet anonieme minnaars of aanbidders, misschien zelfs stalkers. Het moet om een bekende persoon gaan, aangezien ze op die afgelegen plek hebben afgesproken. Er zijn toch tal van andere mogelijkheden voor wat rotzooien, zoals hotelkamers en zo.” Herlinde probeert het onderzoek wat te sturen met mogelijke denkpistes.

“De maïsvelden vormen natuurlijk een mogelijke stimulans voor erogene zones, zeker als deze laatste geprikkeld worden door een vlijmscherp uitstekend bladerdek.” Kobe probeert zich te verzoenen met de excentrieke speurder en volgt guitig zijn perverse redeneringsgedrag.

Herlinde draait geënerveerd met haar ogen en vraag zich af, of ze moet lachen of wenen. Nu heeft ze twee snoeshanen in huis gehaald, en dan is die gestoorde Tony nog afwezig. Plots maakt ze zich de bedenking dat ze ook nog het pornomilieu zouden moeten onder de loep nemen. Ze houdt haar hart vast bij de gedachte aan haar medewerkers op strooptocht tussen vunzige speeltjes en ranzige filmpjes.

Op hetzelfde tijdstip ondervraagt detective Karen Ludo Jansen, de snobistische zoon van de kolerieke tavernebaas, in het majestueuze gemeentehuis. Blauwe viooltjes prijken in de bloembakken buiten en vormen een eenkleurig ensemble met de vensterramen. Het is duidelijk welke politieke partij momenteel de plak zwaait. In de rustieke hal, waarvan de vloer is betegeld met keramische stenen en bedekt beige tapijten, is het aangenaam fris. Er functioneert blijkbaar toch een moderne airco in dit eeuwenoude gebouw. Aan de muur hangen al dan niet geschilderde afbeeldingen van de vroegere burgemeesters.

“Het spijt me u dit pijnlijke nieuws te moeten melden. U had dus geen enkel contact meer met uw ouders? Is daar een specifieke reden voor? Het moet toch niet gemakkelijk geweest zijn. Een moeilijke jeugd gehad? Of een mogelijke, schadelijke reputatie voor uw politieke carrière?” Karen heeft hem net de onheilstijding gebracht.

“Ik had inderdaad al enkele jaren geen band meer met mijn ouders. Met mijn zus Muriel wel daarentegen. Zij heeft echter een relatie met de zoon van de burgemeester en is meer rood getint qua politieke voorkeur. Ik ben liberaal in hart en nieren. Maar dat betekent niet dat ik niet lijd door het plotselinge verlies van mijn moeder. Ze had een problematisch huwelijk met mijn vader, die ook niet zuiver op de graat is, en is door echtelijke verwaarlozing in de verkeerde middens terecht gekomen. Verschrikkelijk voor haar. Wat zegt mijn vader hierover?” Even blijft Ludo verstard staan en krijgt de krop in de keel. Dan probeert hij zich sterk te houden en zijn verhaal te doen, in de vorm van verbale therapie.

“Hij trekt het zich schijnbaar niet zoveel aan. De scheiding tussen beiden was definitief. Waarom zat u met beiden niet meer op dezelfde golflengte? Uw vader is toch ook zelfstandige en dus eerder aangetrokken tot het blauwe gedachtengoed?” Karen blijft gemoedelijke taal gebruiken, maar probeert tegelijkertijd ook uit te vissen wat de familiale problemen waren.

“Hij vecht voor zijn oubollige café en zou daar alles voor opgeven en doen. Ik ben voor de snelle, moderne vooruitgang en wil samen met de burgemeester en de andere partijgenoten Meerveld meer industrie bezorgen. Dit zal zowel het economische als sociale leven vereenvoudigen. Er moeten meer ondernemingen komen, ten koste van landbouwgronden. Maar wel ten gunste van tewerkstelling en groei in plaats van stagnatie. Het ‘Stropop’-festival moet ook grondig hervormd worden met betere, hippere zangers, niet met ouderwetse mei 68-kwelers.” Ludo lijkt wel verbitterd in zijn rapsodie. Hij heeft bepaalde trauma’s uit het verleden blijkbaar nog niet verwerkt en wil zich dubbel zo hard bewijzen om ergens zijn plaats te vinden in de wereld.

“Dat is wel drastisch qua stelling. Meerveld is heinde en ver bekend wegens zijn befaamde ‘Stropop’-festival. Het lokt jaarlijks zoveel toeristen en is ook goed voor de commerce. U haalt zich veel vijanden op de hals door de lokale, traditionele handelaars en boeren zo voor het hoofd te stoten?” Karen wijst hem op het gewaagde van zijn ambitieuze streefdoel.

“We moeten mee met de tijd en vooruit. Dat oubollige evenement mag eens onder handen worden genomen. Het is geen bejaardenfeest. Ook meer horeca die jeugdig en trendy is, zou ons godvergeten dorp ten goede komen.” Ludo gaat helemaal op in zijn eigen slogans, of zou dit een middel zijn om het verdriet over het verlies van zijn moeder te camoufleren?

“In ieder geval, wij onderzoeken nu de moord op uw ongelukkige moeder. Kan u vertellen waar u vandaag was en of zij eventueel bepaalde vijanden had hier? Hoelang is het geleden dat u nog iets van haar gehoord hebt?” Karen komt terug tot de kern van het gesprek.

“U gaat mij toch niet verdenken, haar zoon! Ik gunde haar vrije levensstijl, maar wou nu echt voor mezelf eens opkomen. Als kinderen hebben Muriel en ik veel geleden onder de echtelijke twisten van onze ascendenten. Ik was hier de ganse dag in het gemeentehuis, u mag dit vragen aan het onthaal. En ik heb al maanden niets meer van haar gehoord. Ze leidde haar eigen leven, zoals ik het mijne.” Ludo heeft een pasklaar antwoord klaar en heeft zin om zich naar de historische raadszaal te geven op dezelfde gelijkvloerse verdieping.

Anton, de zittende burgemeester, luisterde de bewogen conversatie af en probeert in het geniep ervan onder te muizen door de deur van zijn kantoor snel te sluiten. Karen heeft dit nogal verdachte manoeuvre tijdig opgemerkt en richt zich tot hem.

“U moet zeker de burgemeester zijn van Meerveld! Aangename kennismaking, mijnheer Keppens! Ik heb als kind veel mooie momenten hier beleefd dankzij ‘Stropop’. Kan ik u even spreken over de verschrikkelijke gebeurtenis die deze streek alweer geteisterd heeft? Opnieuw een moord onder dezelfde akelige omstandigheden zoals vorig jaar.” Karen blijft ad rem. Ze volgt nauwgezet de nieuwsberichten en weet dat deze man het roer in handen heeft momenteel.

“Ja, ik heb het vernomen via mijn medewerkers. Monsterachtig wat die arme dame is overkomen. Ik kende haar niet echt. Het was de ex-echtgenote van de baas van onze bekendste taverne? Ze was helaas van de regen in de drop beland.” Anton schrikt op, doch herpakt zich snel en schudt een geïmproviseerd antwoord uit zijn mouw.

“U bent goed op de hoogte gebracht. Ze is omgebracht met een hooivork zoals die Ken, de ex-vriend van de zoon van de grootste landbouwer hier in de streek. Die moord is nooit opgelost. Meerveld komt terug opvallend in de pers. En in oktober zijn het verkiezingen.” Karen kent de politieke spelletjes door en door. Haar vader had zich vroeger nog kandidaat willen stellen op een bepaalde lijst, maar wou zijn ziel niet verkopen en zeker niet ten koste van anderen. En haar moeder was het beu dat hij dikwijls laat thuis kwam van zinloze vergaderingen met lippenstift op zijn wangen. Zou iedereen zichzelf echt overal prostitueren om iets te bemachtigen? Ze glimlacht bij deze reflectie en denkt kwijlend aan de lijkschouwer Kobe. Aan zijn voeten wil ze zich wel werpen, maar liefst niet op zijn tafel, grinnikt ze.

“Wat een eigenaardige opmerking. Waarom zou het een iets met het ander te maken hebben? Misschien is dezelfde seriemoordenaar aan het werk zoals vorig jaar. Waar zit de politie als je hen nodig hebt trouwens? Mochten jullie vorig jaar meer actie hebben ondernomen, dan was dit drama misschien nu niet gebeurd.” Anton bijt bits van zich af.

“Touché! Maar iedereen zijn job, dus wij waken over de veiligheid van de inwoners van Gent en omstreken, u zorgt voor het welzijn van deze personen. Ik veronderstel dat u het enorm druk hebt, nu u de deur van uw bureau zo stevig vasthoudt en een grote drang koestert om deze snel te sluiten?” Karen heeft zijn innerlijke nervositeit gezien.

“Ik moet het een en ander voorbereiden voor de komende gemeenteraad. Ik zal zeker door de oppositie op het matje geroepen worden over deze heikele zaak. Ik moet goed voorbereid zijn, anders veegt men de vloer met mij. Als u me nu wilt excuseren. Ik was trouwens de ganse dag hier, mocht u vragen hebben over mijn activiteiten. Ik kende de onfortuinlijke vrouw niet echt en ga dan mijn innige deelneming betuigen aan haar nabestaanden.” Anton heeft de neiging om even te stotteren, maar kan zich als doorwinterde politicus uit de slag trekken met een beredeneerd respons.

Ludo slaakt met gemengde gevoelens een zucht-hij heeft opgemerkt dat de burgemeester ieder oogcontact afwimpelde- en neemt ook afscheid, terwijl hij zich naar de vergaderruimte begeeft. Karen voelt dat Anton duidelijk iets te verbergen heeft en haar van zich wil afpoeieren. Het valt haar ook op dat ze enkel zijn romp en benen te zien krijgt achter de eikenhouten deur, en niet zijn schoenen.

Ondertussen zijn speurders Brian en Sheila druk bezig met het verder analyseren van de perimeterzone nabij de maïsvelden waar het drama zich heeft afgespeeld. Ze proberen zich voor te stellen hoe de vreselijke misdaad is gebeurd. Stiekem probeert Sheila bij haar halfbroer uit te vissen wat er gaande is in zijn eigen privéleven. De hitte is nog steeds ondraaglijk en beiden hebben moeite om tijdig de zweetdruppels van hun voorhoofd te wrijven.

“Dus als we veronderstellen dat die laarzenafdrukken van de dader zijn, dan is deze verwisseld van schoeisel op de landweg. Zo wou hij zijn sporen uitwissen. Naast de voetprints van het slachtoffer, blijven er nog de sporen van een derde persoon over, vermoedelijk een opgewonden klant van Helga. Dus je vader is teruggekomen? En hij drinkt nog steeds?” Sheila aast nieuwsgierig op een antwoord van haar broer. Ze is bezorgd, maar weet toch graag ook het fijne van de dingen.

“Inderdaad. Zo zitten we met een mogelijke getuige die zijn biezen heeft gepakt en misschien in gevaar is als hij de dader heeft gezien en herkend. Ja, papa logeert bij mij. Hij heeft het niet gemakkelijk en ik wil me over hem ontfermen. Had onze egocentrische moeder hem maar niet in de steek gelaten.” Brian staart rond in de uitgestrekte, rurale verte, terwijl hij gefrustreerd antwoordt. Zijn halfzus is er altijd op uit om de pieren uit iemand zijn neus te halen.

“Daar kan ik toch niets aan doen. Hun relatie was op de klippen gelopen. En ze heeft toen mijn vader ontmoet. Anders was ik nooit geboren. We kunnen toch niet oordelen over anderen hun levenswijze. Wees dankbaar dat je dankzij hun mislukte huwelijk een pracht van een zus erbij hebt gekregen, die je overal helpt en steunt.” Sheila toont begrip voor het emotionele trekje van haar bloedverwant en probeert hem te paaien met stroperige woorden.

“En ook dominant is en vaak een vreselijke bemoeial! Ik zie mijn beide ouders graag, maar wil dat het nu gedaan is met die eindeloze vetes. Hij wil zijn leven terug op de rails krijgen na jarenlang op de dool te zijn geweest. Daarom dat we samen op de lappen zijn geweest en ik niet bereikbaar was. Herlinde heeft daar begrip voor, hopelijk jij ook. En ben je trouwens weer op vrijersvoeten? Ik heb die Kobe gezien. Ik vrees echter dat Karen een geduchte rivale zal zijn. Ondanks jouw drastische gewichtsverlies.” Brian laat zich niet inpalmen door Sheila’s vleierijen en geeft haar een koekje van eigen deeg. Ze knort geërgerd.

Plots schrikken beiden op wegens een krijsend geluid. Een kraai verlaat met veel lawaai haar heimat tussen de maïskolven. De detectives draaien zich om en komen oog in oog te staan met een gerimpelde en grijsharige vrouw op leeftijd. Jeanne Bakens, de preutse dienstmeid van de jonge priester, maakt een wandeling en verrast hen beiden. Ze is traditioneel getooid in een gedemodeerde, zwarte jurk en draagt verhakkelde, platte zomerschoenen.

“Zie je wel, de stroman heeft weer ongenadig toegeslagen! Ik wist het wel! Zijn wraak blijft niet beperkt tot één gloriemoment, dat van vorig jaar. Elke vorm van verloedering zal worden afgestraft! Ik vrees dat jullie aardse speurwerk weinig zoden aan de dijk zal brengen.” Jeannes lach klinkt ijselijk in deze zonovergoten, natuurlijke omgeving.

“Wie bent u en hoe bedoelt u? Wij zijn speurders die proberen deze misdaad op te lossen. Als u enige nuttige informatie hebt die ons kan voorthelpen, gelieve deze dan mee te delen. Anders kan u worden beschuldigd van belemmering van het onderzoek.” Sheila voert het woord en laat zich niet intimideren door de griezelige pastoorsmeid.

“Onnozele halzen! Dat is nutteloos! Ik ben Jeanne Bakens en reeds jarenlang meid van de priesters van Meerveld. Het gaat hier om bovenaardse krachten! Daar kan geen enkele sterveling tegen op. Vele honderden jaren geleden sloeg de vogelverschrikker voor het eerst toe. Het dorp werd toen bedreigd en belegerd door Spanjaarden en andere indringers. De dorpelingen vroegen steun en hulp aan de stroman, als verpersoonlijking van het goddelijke, voor bevrijding van dit schrikbewind. De overmoedige invallers werden toen meedogenloos verjaagd door plots uitbrekende ziekten en rampen die hun legioenen teisterden. De Meerveldenaars konden nadien weerstand bieden tegen elke vorm van invasie. De vruchtbare gronden bleven voor het nodige voedsel zorgen. In ruil voor deze steun van het hemelrijk, begonnen de inwoners de stropop te vereren in hun voedzame velden. Ze beloofden ook devoot te blijven, anders zou de sacrale wraak meedogenloos toeslaan. En dit is nogmaals gebleken…” Jeanne vertelt gepassioneerd een eeuwenoude legende en haar ogen spuwen vuur. Ze lijkt wel bezeten te zijn door haar geloof in deze bovennatuurlijke fabel.

“Wij blijven wel rationele wezens. Hetgeen u ons meedeelt, gaat ons verstand te boven. Mogen wij u vragen of u de vermoorde persoon kende en waar u de ganse dag was? Die god of stroman van u werkt toch met menselijke wapens zoals de hooivork. Dus er is een humane interventie nodig geweest om die zogenaamde toorn tot uitvoer te brengen? U lijkt wel een geschikt aards wezen om hierbij nuttig dienstbetoon te leveren.” Brian laat zich ook niet in de hoek drummen door deze oude feeks en eist dat Jeanne haar geschifte fantasie laat varen, voor ze helemaal de pedalen kwijt raakt.

Jeanne giert van de pret en snelt hysterisch weg zonder in te gaan op zijn verzoek. Haar theatrale getier doorbreekt de zomerse stilte in de slapende velden en bezorgt de speurders even een oncomfortabel gevoel.

“Dit is nog maar het begin! Er zullen meer slachtoffers vallen! De landerijen van Meerveld worden volledig rood gekleurd. Vrees de ban van de stroman!”

Binnenkort volgende deel