Loes : Een mooie droom

Foto: Loes Walet

Ik word wakker in een Frans kasteel gelegen langs de Loire. Ik moet opschieten is mijn eerste gedachte, het is mijn trouwdag tenslotte. Mijn trouwjurk, die ik meegenomen heb uit Nederland, hangt aan een mooi roze hangertje aan de antieke kast tegenover het bed.
Het is het eerste wat ik zie als ik overeind kom in het comfortabele tweepersoonsbed waar ik alleen in lig. Een prachtige witte jurk met veel kant en een lange sleep. Aan de voorkant is de jurk korter dan aan de achterkant. Dat maakt het vrouwelijk en de witte hoge pumps die eronder staan zijn zo geweldig! Je zou er een moord voor doen.
Ik spring het bed uit en werp een blik door het openstaande raampje van de toren waar mijn slaapkamer gelegen is. Een prachtig roodgekleurde vlinder landt op de vensterbank. Ik zie een strakke blauwe lucht, een prachtig heldergroen gazon met langs de kant geweldig mooi bloeiende hortensia’s en schitterende vlinderstruiken. Vier witte paarden met een witte koets staan te wachten. Het gaat razendsnel allemaal. Er wordt een ontbijtje gebracht op mijn kamer en om het bord liggen kleine rode babyroosjes uit de kasteeltuin.
De lievelingsroosjes van mijn moeder, schiet door mijn hoofd. Ik word er zowaar even emotioneel door. Op het bord ligt een briefje met alleen een gekleurd rood hartje waar een pijl doorheen gaat. Aan de uiteinden van de pijl staan onze initialen.
De mijne en die van mijn Amour. Veel eten kan ik niet.
Er is haast geboden want de kapster is er al over een half uur. Gedoucht sta ik klaar in mijn witte met groene klavertjes vier bedrukte badjas, als de kapster binnenkomt. Ze tovert mijn steile haar om in beeldige krullen en helpt mij met mijn bruidsjurk. De gozers mogen komen kijken en ik zie dat ze vreselijk trots zijn. Ze helpen met de sleep als ik als een prinses de hoge trap afzweef. Onderaan de trap staat Superman samen met mijn franse boezemvriend te wachten. Mijn vriend heeft Lucky naast zich staan en houdt haar vast aan een rode riem welke eruit ziet als een satijnen strik. Pa heeft een biedermeier boeketje in zijn handen. Rode roosjes met hier en daar wat groen en gipskruid eruitspringend. Hij wacht tot ik onder aan de trap ben en geeft mij dan het boeketje.
‘Straks geef ik, als eerste man in je leven, jou aan de laatste man in je leven meisje.’
Mijn boezemvriend kust mij, ‘Wat ben ik blij dat ik jouw ceremoniemeester mag zijn ma chérie. De rest van jouw Franse familie komt vanmiddag ook hier naartoe. Je twee beste Nederlandse vrienden ook. Kijk, we hebben Lucky ook een witte sleep omgedaan.
En oh, van je moeder moest ik doorgeven dat jouw straf allang verjaard is.’
Het alarmgeluid van mijn telefoon laat mij écht wakker worden. Ik zoek naar het kreng onder mijn kussen en smijt het na het geluid uitgezet te hebben naar het voeteneinde.
Wakker ben ik in ieder geval. Vermoeid strompel ik naar de badkamer en een snelle blik in de spiegel leert mij dat ik er allesbehalve als een prinses uitzie. Als ik de gordijnen op de slaapkamer openschuif zie ik de buurman de ruiten van zijn auto krabben. Pffff wat een ellende zeg. Niks blauwe lucht, niks groen in de tuin en geen bloeiende planten.
Laat staan witte paarden met een witte koets.
Eenmaal in mijn stoeltje met mijn koffie vraag ik mij af wat mijn droom mij wil zeggen.
‘Ga ik écht trouwen met mijn nieuwe vriend die in Frankrijk woont? Zou het geluk mij gaan toelachen? Nu de straf verjaard is’?
Superman, Lucky en mijn boezemvriend zullen daar in ieder geval niet meer bij kunnen zijn. Ik voel mij een beetje verdrietig worden.