Joke de Meyer : Dodelijk Spiritisme, deel 1

Foto: eigen archief
DODELIJK SPIRITISME/AFLEVERING 1 :
Joke de Meyer heeft weer een prachtig en spannend verhaal geschreven. De spanning zit er vanaf het eerste moment volop in. Lees mee en geniet van dit grote talent.
Op een mistige avond houdt een zwartkleurige taxi halt voor een statig maar gedateerd landhuis, dat zich in een bosrijk gebied lijkt te verschuilen. Virginie stapt uit. De jonge brunette getooid in lange blauwe jurk met bruine vest-het is tenslotte bijna herfst- kijkt naar de robuuste woning. De exuberante schijn van de maan wordt gereflecteerd op de tientallen vensterramen. Het hemellichaam richt zich als schijnwerper op een toneeldecor, gevormd door het desolate gebouw met boomachtergrond. De taxichauffeur opent de koffer en neemt haar valiezen uit de wagen. Tom Lammers is een grijzende vijftiger, mollig en attent. “Wees voorzichtig, juffrouw ! In La Portière gebeuren vreemde dingen. Sinds de dood van uw tante horen de bedienden allerlei eigenaardige geluiden. Net alsof het er spookt !”Virginia laat zich niet uit het lood slaan door de paniekerige reactie van de bijgelovige, wat naïeve reisgenoot. Ze glimlacht terwijl ze geniet van de aanblik van het gigantische erfgoed dat op haar wacht.
Te midden van het groene paradijs en omgeven door een landweg met vergeelde herfstbladeren bedekt, straalt het mysterieuze huis. “Dat is allemaal praat van de straat, beste man. Dit verblijf is al eeuwenoud familiebezit van de familie Lamoir. Men is altijd jaloers geweest op de omgeving. Dit zet mensen aan tot praten en ruzie stoken.” “Ik hecht normaal ook geen aandacht aan dergelijk geroddel, juffrouw. Maar ik heb uit goede bron vernomen dat het echt behekst zou zijn. Er weerklinken bizarre geluiden en ook zijn er soms schimmen te zien.” Hij maakt echter verbaasd de volgende opmerking : “La Portière is toch al enige tijd eigendom van de Malsons en niet meer van de Lamoirs ?” Virginie slaat hier echter geen acht op en relativeert Toms verhaal. “Ach, ik zal dat wel de baas kunnen zeker. Trouwens als er geesten zouden verblijven, moeten ze aan mij huishuur betalen ! Ik ben nu de nieuwe eigenaar.” Ze grapt, maar er besluipt haar tegelijk toch een gevoel van onbehagen.
Het is tenslotte meer afgelegen dan ze zich herinnerde. De vroeger indommelende dag geëscorteerd door mistsluiers doen haar even ongerust naar adem happen. Ze schrijdt langzaam naar de eikenhouten voordeur langs het hobbelige pad. Tom gaat haar vooraf met de bagage. Rondom is het muisstil. Geen wind koestert de boomtakken op deze septemberavond. Hier en daar weerklinkt geritsel en ze schrikt even op, maar denkt bij zichzelf dat het maar vogels of eekhoorns kunnen zijn. Ze verbiedt haar verbeelding om op hol te slaan. Natuurlijk hebben de angstwekkende woorden van haar begeleider geen positieve invloed gehad. Ze naderen de massieve toegangspoort. Virginie drukt met haar wijsvinger op de belknop aan de rechterkant. Er weergalmt een schel geluid. Haar ogen glijden even naar omhoog en ze merkt op dat er iemand haar bespiedt. Op de bovenverdieping worden de venstergordijnen even verschoven. Lang tijd om hier bij stil te staan heeft ze niet, want al snel wordt de deur opengezwaaid. Een oudere dame in donkergrijs broekpak verwelkomt haar warmhartig. “Dag juffrouw, u bent Virginie Malson veronderstel ik. Hartelijk welkom in Huize La Portière, uw nieuwe thuis. Ik ben Sofia, de trouwe huishoudster van uw overleden tante Cathy. Kom binnen, het was een vermoeiende trip zeker vanuit Brugge ?” “Dat viel best mee. Aangename kennismaking, Sofia. Zeg maar Virginie tegen mij hoor. Het is een prachtig domein.”
Virginie glundert. “Mag ik de koffers in de inkomhal zetten ? Ik kan niet lang blijven, er wacht nog een volgende klant op mij.” De automobilist wisselt een ongeruste blik uit met Sofia. Schuddend met haar hoofd negeert deze hem. “Dank ! Zeg me maar de prijs, dan kan u snel terug.” Virginie neemt haar portefeuille vast. “Ik moet nog wat opzoekingen doen in de auto. Mijn GPS-toestel functioneert niet meer optimaal.” De taxichauffeur is nerveus. Virginie overhandigt hem het verschuldigde bedrag terwijl ze vol bewondering kijkt naar de indrukwekkende inkomhal. De trappenhal bevindt zich centraal en langs beide zijden zijn er een tweetal deuren te zien. Een kristallen luchter zorgt voor de nodige helderheid. Hij neemt afscheid en begeeft zich terug naar zijn wagen. Sofia sluit de voordeur en maakt aanstalten om de koffers vast te nemen. Virginie houdt haar tegen. “Wacht even ! Ik help u wel ! Het is hier schitterend ! Al dat hout, de trap, de deuren, dit zorgt voor rustieke gezelligheid in overvloed ! Zijn er nog mensen die hier verblijven ?” “Euh, neen, juffrouw, Virginie. Ik ben het enige personeelslid dat is overgebleven. U bent mijn nieuwe werkgever als u dat wil. Ik werk hier al tien jaar.” “Zeker en vast, Sofia ! U bent mijn rots in de branding. Hoe zou ik hier mijn draai vinden zonder uw hulp ? Wat een heerlijk pand ! En waarom zijn de andere dienstboden vertrokken ?” Sofia twijfelt even alvorens ze haar antwoord geeft. “Omdat de toekomst na het overlijden van uw tante Cathy wat onzeker werd, zijn ze ingegaan op nieuwe werkaanbiedingen.” Virginie knikt begrijpend. Terwijl ze verder onder de indruk rondkijkt in haar riante verblijf, borrelt er toch een prangende vraag bij haar op. “De taxichauffeur sprak over bijzondere gebeurtenissen zoals geluiden die mensen afschrikken hier. Klopt daar iets van, Sofia ?”
Sofia besluit om alles op te biechten aan haar jeugdige baas. “Weet u dat uw tante zich bezig hield met spiritisme ? Hier in huis hield men vaak seances. Er werden allerlei geesten opgeroepen. Toen gebeurden er soms rare dingen. Veel collega’s konden het niet meer aan en zijn vertrokken. Na haar dood voelden ze hier een bovennatuurlijke aanwezigheid. Kletspraat natuurlijk…” Virginie is gefascineerd door het verhaal. Even denkt ze terug aan een episode vele jaren terug, toen ze hier op bezoek was met haar ouders. Haar tante, de zus van haar vader, was vaak in gedachten verzonken en geestelijk niet toegankelijk. Men schreef dit toe aan een lichte vorm van psychose. Ze was jong weduwe geworden en erfde het domein van haar welstellende echtgenoot. “Dat is wel wonderbaar om te horen. Ik heb mijn tante al sinds mijn twaalfde niet meer gezien. Er was een familietwist. Maar ik herinner me inderdaad dat ze zich bezighield met het occulte. Ze had ook een speciale gave om dingen te zien, te voorspellen…heb jij soms iets mysterieus opgemerkt, Sofia ?” Sofia aarzelt even om haar vraag te beantwoorden. “Ik weet het soms niet. Ik ben nogal aards op dat gebied. Ik geloof niet in dergelijke toverkunsten. Alhoewel ik soms bang ben alleen. Het is een oud huis en men hoort van alles : krakende treden, gehuil van de wind… Er is ook geen alarminstallatie, maar ik ken het complex wel goed door al die jaren hier te verblijven.” Virginie merkt haar terughoudendheid op en gooit het gesprek over een andere boeg : “Ik ben benieuwd naar mijn kamer ! U was deze waarschijnlijk aan het in orde brengen toen ik aankwam ?” Sofia is verbaasd en repliceert ontkennend. “Neen hoor, dat had ik deze morgen al gedaan. Ik was in de keuken bezig met het maken van een gehakbroodje.” Verrast door Sofia’s respons dwalen Virginies gedachten even af. Speelt verbeelding haar parten in deze nogal spookachtige omgeving of is er toch meer aan de hand ? Bevindt er zich iemand op de bovenverdieping ? Sofia verontschuldigt zich even en haast zich naar de keukenruimte achteraan het huis. Blijkbaar bevindt het gerecht zich in de oven en is er risico op aanbakken. De taxichauffeur bekijkt ondertussen zijn navigatiesysteem. Hij meent iets gehoord te hebben en verlaat de wagen.
Dadelijk merkt hij op dat er één van de voorste banden lek is. Vloekend opent hij de achterste koffer en haalt de krik eruit. Hij deponeert ze naast het wiel. Plots weerklinkt er geritsel van bladeren en hij draait zich angstig om terwijl hij de omgeving in de gaten houdt. De vele bomen en struiken in combinatie met het mistgordijn maken de invallende duisternis bedreigend. Hij praat zichzelf moed in. Takken kraken. Hij huivert. Bevend keert hij zich terug om, maar krijgt de kans niet om te schreeuwen. Er volgt een harde klap… Virginie is gefascineerd door haar groteske slaapkamer. Een majestueus hemelbed prijkt tegen de beige wand als een pronkende zwaan in het water. De vloer met parketbekleding in combinatie met de rustieke commode en kleerkast stralen rust uit. Ze wrijft met haar hand over het meubilair en verplaatst zich even terug in de tijd. Wat waren die vakantieverblijven uit haar jeugd hier fantastisch, de ouderwetse sfeer van het landhuis van haar tante Cathy opsnuiven…
Deze voelde zich eenzaam na het overlijden van haar echtgenoot op jonge leeftijd, waardoor ze zich stortte op het spiritisme. Geesten oproepen uit een verloren tijdperk bracht haar een verademing, zeker in dit gepaste decor: een inspirerend verblijf dat de tand des tijd heeft doorstaan en waar verschillende generaties zich hebben genesteld. De familie van haar man haatte haar, omdat ze deze wonderbare eigendom verwierf na zijn dood. Ze aasden op het fel begeerde familie-erfgoed en sindsdien ging het bergaf met haar. Ze werd een kluizenaar, een zonderling, overgeleverd aan de spoken uit het verleden. Ook met haar broer, Virginies vader, kwam het niet meer goed. Ze leefden in onmin met elkaar. Net alsof ze door het oproepen van het hiernamaals allerlei boze krachten had doen ontwaken…. En nu is zij de eigenares van dit hele domein. Als dat geen grote verantwoordelijkheid is om te dragen. Wat zouden de familieleden van haar oom hierover denken ? Haat, frustratie, wrok… Ze tuurt even door het vensterglas en schuift de lichtblauwe gordijnstof opzij. Het uitzicht is erg wazig, zeker in dit afgelegen gebied. Niet alleen de mist vormt een spelbreker, maar ook de invallende duisternis. De robuuste bomen en struiken omkaderen het mystieke pand. Aan de einder fonkelen lichtjes van autosnelwegen en de dorpskern. “Morgenochtend zal u een beter zicht hebben op alles hier, Virginie. Nu is het een oase van stilte en duisternis.” Sofia wil de koffers beginnen uitpakken, maar Virginie schudt het hoofd. “Dank je, beste Sofia. Ik zou graag wat alleen zijn nu. Het is zolang geleden dat ik hier vertoefd heb en allerlei herinneringen komen boven drijven. Ik ga wat rusten en bekijk morgen wel mijn bagage.” “Zoals je wil. Ik ga terug naar beneden. Als je me nodig hebt, ik ben in de keuken. Er wachten broodjes en thee op jou !” “Je bent een lieverd. Je bent altijd een steun en toeverlaat geweest voor mijn arme tante. Nu draag ik de last van dit weliswaar magnifieke verblijf en ben dankbaar dat ik op jou kan rekenen.”
Sofia glimlacht en verlaat de kamer terwijl ze de deur sluit. Een kleine pendule aan de muur zorgt voor een rustgevende tikcadans. Virginie strekt haar armen geeuwend uit en laat zich vallen op de stevige matras. Ze wil even haar ogen sluiten en alles laten bezinken. Wat is haar leefwereld veranderd op een aantal weken : ze is de nieuwe dame van La Portière, wie had dat durven denken. Tante Cathy had zelf geen kinderen en heeft alles aan haar overgelaten bij testament. Dit moet zeker wrevel geven bij de verwanten van haar oom. Ze aasden al zo lang op dit complex. Nu is het haar bezit, en zal zij zelf voor erfgenamen zorgen ? Er weerklinkt gekraak vanop de trap. Ze schrikt op en springt uit bed. Zou Sofia terug naar boven komen? Zich toch niet op haar gemak voelend in het mysterieuze verblijf, opent ze de deur en loert rond op de overloop. Er is niets of niemand te bespeuren en alle deuren zijn gesloten. Met voorzichtige tred begeeft ze zich naar de traphal. Daar buigt ze zich voorover, doch bemerkt ook niets verdacht. Is het inbeelding ? In deze eeuwenoude etablissementen met levendige houten materialen is er wel altijd iets te horen. Dan hoort ze terug een ander geluid…net het geschuifel van voetstappen. Het komt vanuit één van de kamers. Haar hart klopt in de keel. Dit kan Sofia niet zijn, deze is aan het werk in de keuken. En er is niemand anders in het huis.
Ze trilt op haar benen, doch besluit moedig op onderzoek uit te gaan. Angstig schrijdt ze naar de linkse deur. In een impulsieve ruk trekt ze deze open. Ze sluit even haar ogen en trekt ze dan terug open. Na op de lichtschakelaar geklikt te hebben, kijkt ze verwonderd. Er is niets te zien. Enkel ongeveer dezelfde ruime bemeubelde slaapkamer met badkamergedeelte en een venster dat uitziet op de tuin. Ze slaakt een zucht van verlichting, sluit de deur en het licht en zet haar gewaagde tocht verder. Bij de volgende kamers speelt zich hetzelfde scenario af. Tot ze bij een andere traphal komt, waar een lamp brandt aan het plafond. Vandaar kwam het geluid ! Gekraak van een trap, geschuifel van voetstappen… Waarheen zouden deze treden leiden ? Dat is de zolder ! Nu kan ze zich dit voor de geest halen ! Daar vonden séances van haar tante plaats ! Toen Cathy in trance was, keken zij en haar andere familieleden soms verbouwereerd, soms geamuseerd toe. Haar ogen rolden naar links en naar rechts en ze stamelde onzinnig gebrabbel uit. Met bevende handen aan de trapleuning gekluisterd, vangt Virginie de beklimming aan. Er is duidelijk iemand aanwezig achter het luik, dat de toegang van deze verdieping met de zolderkamer verbindt. Wat gebeurt daar ? Wie verbergt zich daar ? Is er reden tot paniek ? Moet ze niet terugkeren en Sofia roepen ? Waarom is ze niet in Brugge gebleven, haar vertrouwde stek ? Overweldigd door allerlei verwarde gedachten komt ze dichterbij het luik. Nu is het moment aangebroken, niet aarzelen, maar doen ! Met volle kracht en gedrevenheid slaat ze dit luik open zodat de zolderruimte zichtbaar wordt. Het is er echter verduisterd, enkel de maan komt piepen door één van de vensters. Het is terug muisstil geworden. Ze betreedt de houten zoldervloer en zoekt de lichtschakelaar. Waar was deze nu weer gebleven ? Plots gilt ze het uit wanneer het luik terug dichtvalt.
Ze houdt haar handen voor de ogen. Net op dat ogenblik gaat het licht aan en hoort ze bulderend gelach. Ze opent haar vingers en gluurt. Een achttal mensen in avondkledij staan voor haar neus. Ze is verrast en weet even niet hoe te reageren. Het zijn blijkbaar allemaal bekende personen. De jonge bruinharige Terrence met zijn zwarte blazer neemt haar handen vast en roept uitbundig : “Verrassing, lieverd ! Wij zijn het : je geliefde, je familie en vrienden ! We wilden je verrassen als nieuwe dame van La Portière !” Ze bekomt even van de emoties en omhelst dan haar verloofde. “Jullie zijn echt niet te doen ! Ik heb doodsangsten uitgestaan ! En Sofia, die wist hiervan natuurlijk ! Vandaar dat gordijn dat ik zag verschuiven op de slaapkamer ! Sloebers, jullie hebben me de duivel op het lijf gejaagd in dit spookhuis !” Bianca, haar beste vriendin, een blondine in blauw ensemble, neemt ook gierend van de pret haar arm vast. “We konden het echt niet laten ! Zeker toen we vernamen dat dit je entrée was ! Hahaha, en die taxi hadden wij ook geregeld om je naar hier te laten brengen ! Dankzij een garagist hebben we jouw wagen een beetje gemanipuleerd ! Zo hadden we ruimschoots de tijd om iedereen hier samen te brengen !” “Jullie zaten hier verborgen bij mijn aankomst ? Niet te doen ! En jullie wagens en bagage en zo ?” Een oudere grijsaard met blauwe bril en bruin kostuum –
Dirk Malson, Virginies oom-, geeft haar een stevige knuffel. “De wagens bevinden zich op een parking in het dorp ! Wij blijven hier enkele dagen bij jou om je wat op te vrolijken ! Het was een spontane verrassing ! Je bent mijn favoriete nichtje !” Terwijl ze geniet van de affectie van haar oom, komt ze in het oogbereik van Marian, de vrouw van Dirk, terecht. Deze zwartharige vrouw met strenge blik en rode avondjurk kijkt haar nijdig aan. Ze lijkt haar duidelijk enig geluk te misgunnen. “Je oom Dirk weet wel van aanpakken he ? En zo vullen we de leegte in je leven wat op. Wat een mistroostig gebouw voor zo’n jong ding.” Haar ogen spuwen vuur. Virginie heeft de tijd niet om de andere personen te begroeten, want er weerklinkt gekrijs van beneden. Het gezelschap is verbaasd en daalt gehaast de trappen af. “Behoort dit ook tot de verrassing ? Ik heb al genoeg mijn deel gehad vandaag!” Virginie moppert. Ze kan er wel mee lachen, maar heeft er toch haar bedenkingen bij. Gaat dit alles niet te ver ? Zeker als men denkt aan de griezelige gewoontes van de vorige bewoonster Wanneer ze op de gelijkvloerse verdieping zijn aangekomen, zien ze een totaal ontredderde Sofia staan. De voordeur staat open. Ze weet met haar handen geen blijf en haar ogen zijn verstard. Ze kijkt hen allen aan en tiert : “De chauffeur, Tom Lammers is dood !”
Deel 2 binnenkort 
Typ een bericht…