Joke de Meyer : Bloedprent deel vijf

Foto: eigen archief

Joke de Meyer heeft weer een prachtig en spannend verhaal geschreven. De spanning zit er ook bij dit vijfde deel vanaf het eerste moment volop in
BLOEDPRENT/5 :

De flamboyante producent Geoffrey Olson -bekend van historische dramareeksen- veroorzaakt veel heisa door zich tussen de rondom de filmstudio gestationeerde agenten te willen wringen. Hij heeft blijkbaar het verschrikkelijke nieuws vernomen en baant zich een weg voor meer informatie. Ze laten hem niet door en dreigen ermee hem zelfs te arresteren, tot patholoog Martin hem herkent uit tv-shows en roddelblaadjes en hem begripvol tegemoetkomt.
“Wat is er gebeurd? Waar is Tamara? U moet me zeggen wat er aan de hand is!” Geoffrey’s blik is gehuld in wanhoop en hij gesticuleert radeloos met zijn armen. De veertiger met zuiderse looks maakte een blitzcarrière zowel in binnen- als buitenland met zijn verfilmde epossen. Hij heeft een korte zwart geverfde coupe en draagt een zwarte zonnebril, die zijn donkere diepliggende ogen verhult. De typische outfit vormt zijn handelsmerk : een witte shirt met blauwe linnen broek en beige mocassins.

“Rustig blijven, beste man. U bent dus Geoffrey Olson, de ex-vriend van Tamara? Hoe weet u dat hier iets gebeurd is? Er is een politieonderzoek gaande, dus normaal mag u het terrein niet betreden.” Martin kan de uitspattingen van Morfeus in de vorm van gegeeuw onder controle houden dankzij talrijke sloten koffie. De nachtelijke escapades met zijn blonde assistente wegen zwaar door. Wat een wilde tijger is Cindy in bed…maar zo krijgt hij terug enige affiniteit met de levende wereld. Er was eindelijk eens andere stijfheid te bespeuren dan dat van een lijk op zijn onderzoekstafel.
“Evelyn belde me deze morgen op met een onheilstijding. Ze beweerde vol paniek en in tranen dat er een moord was gepleegd. Tamara is toch niet…? Ik ben zo spoedig mogelijk naar hier gekomen! Ik logeer in een hotel te Gent Centrum.” Geoffrey’s bezorgdheid klinkt oprecht.
“Beste Geoffrey, ik moet u helaas dit vreselijke nieuws bevestigen. Men heeft haar lichaam gevonden deze morgen vroeg. Ik stel voor dat u zich tot de inspecteurs wendt die zich met de ondervraging van mogelijke getuigen en verdachten bezighouden.” Martin probeert empathisch over te komen. Hij huivert bij de gedachte mocht er iets gebeurd zijn met Cindy, ook al kennen ze elkaar pas vooral intiem heel goed.
“Ik wil haar zien! We hadden onze band gebroken door omstandigheden, maar we hebben elkaar dolgraag gezien. Ik weet zeker dat ze nog een plaats voor mij behield in haar hart. Ze was naast een topactrice ook een gevoelige droomvrouw met charisma en heel attent voor anderen.” De producent wrijft met de vingers onder zijn bril. Hij verpinkt duidelijk enkele tranen.

“Helaas, ik kan dit niet toelaten. Het spijt me, haar lichaam is vreselijk toegetakeld en wordt eerst naar het labo gebracht voor verder forensisch onderzoek. U wil toch ook dat we de dader vinden van deze vreselijke misdaad? Daar is detective Karen, zij zal u verder bijstaan. Veel moed!” Martin reikt de fakkel over aan zijn collega en begeeft zich naar één van de politiewagens.
Karen ontfermt zich over de oprecht schijnende producent. Hij is totaal over zijn toeren.
“Het is heel erg wat er gebeurd is. Wilt u wat gaan zitten? Iets drinken om te bekomen? Er bestaan geen juiste woorden voor zo een gruwelijk gepleegde wandaad.” Karen heeft zijn emotionele geladenheid opgemerkt en probeert hem op te vangen. Ze heeft al zo vaak geliefden en verwanten van slachtoffers moeten op de hoogte brengen van slecht nieuws. Het blijft één van de zwaarste opdrachten als lid van de openbare macht.
“Neen! Ik wil enkel Tamara! Ik wou het proberen goed te maken! Daarom verbleef ik tijdelijk hier in de buurt. Vandaag wou ik haar komen opzoeken. Tot Evelyn me in alle staten opbelde deze morgen. Ik ben dadelijk naar hier gesneld.” Geoffrey repliceert gestructureerd ondanks zijn schijnbaar innerlijke verwardheid.
“U verbleef dus de hele nacht in uw hotelkamer? Hebt u anders nog contact opgenomen met Tamara of de studio? Naar verluidt stond jullie relatie al een hele tijd op losse schroeven en had ze te kampen met alcoholmisbruik.” Karen gooit haar zachte aanpak even bruusk overboord om hem toch eens op de rooster leggen. De bestaande geruchten over zijn weinig loyale gedrag ten opzichte van liefdespartners spookt in haar hoofd. Ze is zelf vaak bedrogen geweest en dat blijft een gevoelige snaar.

Momenteel staat haar liefdesleven op een laag pitje en probeert ze zich te focussen op haar professionele activiteiten. Alhoewel, toen ze de tweelingbroer van Jim Morrison zag daarjuist, sloegen haar hormonen wel even terug op hol. Zou ze de volgende keer geen eyeliner en blush aanbrengen? Laat die kelk maar voorbijgaan, relativeert ze glimlachend, als je bedenkt hoe zo’n erotiserende types aan hun einde komen: helaas, foute stoute mannen blijven meer opwindend dan juiste saaie.
“Ik heb daar inderdaad overnacht! Ik heb geen getuigen, maar ben mijn hotelkamer niet uitgekomen. Dit zal wel ergens te traceren zijn via camera’s of een nachtwaker. Evelyn wist zelfs niet dat ik hier was. Ze is een heel bezorgde dame en wou me op de hoogte brengen alvorens ik het vernam via mediaberichten. Wat een walgelijke gedachte dat ik haar iets zou aangedaan hebben. Ik hou – hield van haar, zielsveel zelfs. Haar overconsumptie van alcohol, dit was reeds voordien aanwezig wegens een gebrek aan liefde. Hebt u haar ouders in Frankrijk al op de hoogte gebracht?” De producent bijt scherp van zich af.
“We hebben haar ouders reeds op de hoogte gebracht. Zij waren totaal overstuur. In elke familie zijn er wel problemen. Vertelt u dan eens wat er precies gebeurd is. De roddelpers beweert dat u haar succes niet gunde en dat jullie te verschillend waren qua ingesteldheid. Je zou daarenboven een losbandige flierefluiter zijn en Tamara was een heel sensitief mens.” Karen put verder uit eigen ervaring om zich in te leven in het slachtoffer.
“Het vervloekte media-hellegat! Wat een commercieel inventieve kwaadsprekerij! Er waren inderdaad problemen tussen ons. Ze aanbad me eerder als haar mentor. Ik heb gezorgd voor haar grote doorbraak in België. Door mijn aanmoediging heeft ze zelfvertrouwen opgebouwd. Ze kreeg geen steun van familie, die zelfs haar succes misgunde. De filmwereld is een bastion van pure afgunst. Onze band kreeg daardoor geen kans. Men gunde ons dat niet.” Geoffrey’s uitleg klinkt heel plausibel.
“Tamara bleek heel hard te lijden onder jullie breuk. Ze engageerde zich ten volle in dit nieuwe filmproject. Wat dacht u zelf daarover? Als producent had u misschien zelf het verhaal willen uitbrengen. U verloor daarenboven de controle over haar leven. Zij was tenslotte uw creatie.” Karen wijst op enkele belangrijke motieven.

“Dat is lasterpraat! Ik zou haar of niemand ooit iets aandoen. Het is een meedogenloos creatief wereldje. Ik gun het succes van harte aan Bruno en Evelyn. Het enige wat ik mis, is mijn dierbare Tamara. Zij was mijn persoonlijke muze. Dit besef ik nu helaas te laat…” Opnieuw geeft de producent uiting aan zijn verdriet. Hij kan tranen niet bedwingen, geveinsd of oprecht? Bij een tycoon in de acteerwereld weet men dit nooit zeker.
“Komt u mee met mij naar de onthaalruimte van Cinéfolie. Daar kan u wat tot bedaren komen. Evelyn en Bruno zijn daar ook. De dood van iemand, zeker een dierbare, is nooit gemakkelijk te vatten. Wij doen ons best om uit te zoeken wie achter dit monsterlijke misdrijf zit.” Karen laat haar kruisverhoor even achterwege en geeft ruimte voor wat menselijke meelevendheid. Ze heeft zich perfect gekweten van haar taken als neutrale ondervrager, maar af en toe moet ze ook zich begrijpend opstellen. In dit geval kan Geoffrey een show opgevoerd hebben en hij vertoefde tenslotte in de buurt. Er bestaan miljoenen redenen om een moord te begaan.
Ondertussen kuiert Brian door de bunkerachtige bungalow. Het weinig gedecoreerde maar praktisch ingerichte verblijf met een zestal luxueus ingerichte slaapkamers oogt heel clean zakelijk. De cast laten overnachten dichtbij het productiehuis zorgt voor minder verspilling van energie. En zo wordt tegelijk de samenwerking bevorderd, maar anderzijds bestaat er ook minder afstand tussen de betrokken personen. Dit kan sneller leiden tot uitbarsting van opgekropte agressie, nijd en woede. Elke kamer heeft daarenboven een eigen badkamer. Blijkbaar hebben de eigenaars kosten noch moeite gespaard om van hun bedrijf een commercieel succes te maken. De stijl is heel sober en anders dan het nogal statische hoofdgebouw dat dateert uit de jaren dertig en nog eigendom was van de familie van de befaamde professor Magnus. Als een burcht torent dit als een waakzame havik uit boven het domein, wachtend op een prooi of zijn kroost beschermend. Waarom dit centrum met Art Déco-toets overgenomen werd, blijft nog een raadsel. Hing er geen waas van raadselachtigheid rondom de Magnusclan? Vaag roept dit bij Brian enkele herinneringen op. Terwijl hij zich fragmenten uit het verleden voor de geest haalt, verslapt zijn aandacht. Wanneer hij de laatste, helemaal achteraan gelegen ruimte nadert, stormt er iemand onverwachts naar buiten. Deze duwt in vogelvlucht Brian weg. Deze laatste belandt uit het lood geslagen op de grond. Het verborgen personage kan ontsnappen in de richting van de grote glazen buitendeur. Twee dienders in de buurt merken de eigenaardige gebeurtenis op.
Brian heeft geen tijd om te bekomen van de verrassende uitval, veert snel rechtop en schreeuwt uit volle borst: “Hou hem tegen !”

Hij huivert als hij de weg rennende indringer in het vizier krijgt. De onbekende draagt een groen chirurgenkostuum en heeft diens aangezicht en hoofd bedekt met een assorti masker. Zou dit de oogster van organen zijn die zich verstopte in het logeerhuis? Hij snelt hem achterna, op de hielen gezeten door de twee verbaasde agenten. Het wordt een uitermate inspannende wedloop. Het vermomde verdachte individu springt roekeloos over de houten omheining in de richting van de heide. Brian heeft moeite om hem in te halen. Ook de agenten zijn niet dadelijk opgewassen tegen de krachtige sprinter.
“Halt! Blijf staan! Het heeft geen zin om proberen te ontsnappen! Je kan hier nooit weg geraken!” Het getier van Brian brengt geen zoden aan de dijk.
De man blijft onverdroten hollen. Noch de speurder, noch de agenten kunnen iets uitrichten met hun dienstwapen, zolang de vermetele prooi geen wapen bovenhaalt. Ze steken een tandje bij om hun snelheid te verhogen. De zandgrond is nog vochtig door de lichte regen van de voorbije dagen en ze geraken niet vooruit. Brian glijdt uit over een uitstekende kei en belandt in de doorweekte aarde. Hij vloekt en kermt. Zijn nieuwe vest en pantalon zijn fel besmeurd door de smurrie. Eén van de dienders helpt hem dadelijk terug rechtop, terwijl de andere collega de achtervolging verderzet van de onbesuisde kerel op hazenpad.
De snelheidsduivel lijkt over een bijzonder uithoudingsvermogen te beschikken en kijkt af en toe gejaagd om. Hij mijdt kordaat hindernissen zoals vooruitstekende struiken en boomtakken en geeft zijn benen de volle vrijheid. Zijn laarzen stormen onophoudelijk doorheen de modder. Ondertussen hebben Brian en de andere agent hun schade weten te beperken. Brian laat zich niet zomaar kennen en schakelt stoer over op een schakeling hoger. Hij wil koste wat kost de ontsnapte man inhalen en zo zijn nogal eerloze valpartij evenals traag reactievermogen bij de bungalow in de vergeethoek laten dringen. De als arts verklede verschijning wordt stoutmoedig en struikelt over een vooruitstekende twijg die wortelt tegen het aardoppervlak. Hij belandt zonder het te beseffen in zijn opgejaagdheid tussen de grassprieten. Dit is Brians kans op triomf. Deze haalt een serieuze krachttoer uit, ademt gejaagd in en uit en stort zich zonder dralen op zijn neergevelde slachtoffer. Daar kan hij de weerloze vluchteling snel overmeesteren door zijn armen vast te grijpen. Deze laatste geeft zich gewillig over en kreunt verveeld: “Laat me! Ik geef me over! Ik heb niets misdaan! Ik was gewoon verbijsterd door die chaos rondom het productiehuis.”

De twee andere agenten zijn naderbij gekomen en richten defensief hun pistool op de ontsnapte onbekende. Eén van hen fouilleert hem en stelt vast dat hij zelf geen wapen draagt. Hij neemt de controle over de vreemdeling op zich. De agent wil hem de boeien aandoen. Brian vergeet even zijn bevuilde kostuum en voelt zich in zijn nopjes. Hij aast op een wonderbaarlijke ontknoping en citeert plechtig: “Benieuwd wie er zich achter die masker schuilhoudt.”
Hij rukt het kapje en hoofddeksel brutaal af en komt tot een ontstellende vaststelling.
Tony en Sheila zijn zich onbewust van de gebeurtenissen buiten en vertoeven binnen in het gezelschap van grimeuse en managementassistente Rita en cameraman en klusjesman Karel. Ze wandelen samen tussen het doolhof van verschillende decors en settings terwijl ze beide medewerkers aan de tand voelen over de voorbije nacht. De speurders kijken vol bewondering naar het kunstzinnige werk van het team. De heide is perfect nagebootst via allerlei technieken. Dankzij belichting en andere materialen kan men veel opnames ‘indoor’ doen en de kijker de indruk geven dat men zich toch ‘outdoor’ bevindt. De wilgen en het zand voelen echt aan. Ook de achtergrond vormt een levensechte projectie van een nachtelijk panorama. Sheila voelt zich hip in haar retro-flowerpowerjurk. Tony voelt zich eveneens in zijn element : dit is zijn favoriete thema, film en zeker in het horrorgenre…

Rita is een zelfbewuste vijftiger, met donkerbruin halflang golvend haar en gekleed in slobbertrui en jeansbroek. Ze voelt zich duidelijk niet te min om haar handen uit de mouwen te steken. Zo heeft ze net alle drankglazen van de voorbije avond in de vaatwasmachine gestoken. Ze is al sinds het begin van Cinéfolie trouwe medewerkster en haar vriend Karel is er pas enkele maanden bijgekomen. Ze hebben elkaar leren kennen tijdens het filmfestival van Cannes waar hij op zoek was naar werk. Karel heeft ongeveer dezelfde leeftijd, is kalend en draagt eveneens een nonchalante pantalon in denimstof met geruit hemd. Hij heeft enkele klapstoelen naast elkaar gestapeld. Met guitige blik in de ogen kijkt hij bewonderend naar Rita. Waar is de tijd dat ze elkaar leren kennen hebben. Ze heeft een natuurlijke uitstraling en ook oog voor werk. Ze schrikt niet van onregelmatige uren en zelfs avond of nachtwerk. Ze woont dan ook niet ver van hier in een flat. Haar vriend kent ze nog niet zo lang en soms heeft ze twijfels, maar hij weet haar te boeien en ook zijn camerawerk is uitstekend. Hij heeft vernieuwende ideeën en was de ideale persoon om zijn voorganger die ander werk gevonden had in het buitenland, op te volgen.
“Veel meer kunnen we jullie niet vertellen. Wij hebben hier de nacht doorgebracht zoals altijd bij opnames. Er is een logeerkamer op de benedenverdieping. En we zijn later wakker geworden dan anders. In feite zijn we gewekt door de heisa. Evelyn kwam naar beneden. Ze had Bruno via gsm gehoord en bracht het verschrikkelijke nieuws.” Rita geeft nuchter haar relaas van de feiten. Ze drinkt blijkbaar geen alcoholische dranken en kan zo altijd bij de pinken blijven.
“Jullie vormen dus een koppel? Werken jullie al lang hier voor het productiehuis en hebben jullie echt niets gehoord of gezien? Waren jullie de hele nacht hier?” De interesse van Sheila is opgewekt. Ze vindt het een leuk duo en liefde op latere leeftijd is altijd romantisch.
“Inderdaad. Ik werk hier al sinds het begin, ik ben managementassistente en tegelijk grimeuse. Karel heeft pas sinds enkele maanden hier een job. We hebben elkaar leren kennen tijdens een filmfestival en het was liefde op het eerste gezicht. We zijn ook geen twintigers meer om lang te wachten. En Karel zocht een baan. Hij is een uitstekende cameraman en helpt de ploeg ook met het opbouwen en afbreken van decors.” Rita blijft het woord voeren. Ze blijkt geen katje te zijn om zonder handschoenen aan te pakken.
“We hebben trouwens niets speciaal gehoord of gezien. Het is hier aangenaam stil binnen. We verkeerden in dromenland te midden van deze eindeloze wereld van verbeelding. Nu zijn we de rommel een beetje aan het opruimen na de festiviteiten van gisteren.” De stille Karel durft ook even tussenbeide te komen. Rita knikt goedkeurend. Net alsof ze hem op één of andere manier domineert.
“Kenden jullie Tamara goed? Waren er mensen die redenen hadden om haar te vermoorden? Waren er spanningen tussen de castleden? We zoeken naar mogelijke verdachten en vooral een motief.” Tony mengt zich ook in het gesprek. Hij wil niet dat Sheila het laken volledig naar zich toetrekt.
“Niet meer of minder dan bij andere gezelschappen. Iedereen geilt op aandacht. Dat is sowieso eigen aan het genre, maar ook in andere professionele milieus terug te vinden. Denk maar aan politici. Tamara was een gevoelige en tegelijk gedreven vrouw. We zouden niet weten wie haar heeft willen ombrengen en dan nog op zo’n gruwelijke manier.” Rita schudt ontmoedigd het hoofd.

“Ja, vreselijk is het. Maar gaat het niet om orgaandonorhandel? Vele jaren geleden is hier ook iemand vermoord. Een jonge filmstudente. De dader, een geschifte chirurg, wou het hart verwijderen bij het slachtoffer. Hij is daarvoor trouwens veroordeeld. Daardoor is dit hier altijd een wat luguber oord gebleven. Is het niet mogelijk dat iemand uit dat criminele milieu terug toegeslagen heeft? We hebben vernomen dat de dader haar lever zou hebben willen…” Karel kent de ijzingwekkende historiek. Hij wijst terecht op een mogelijk link met wat zich vroeger heeft afgespeeld.
“Inderdaad. Het kan ook te maken hebben met de filmopnames? ‘Bloedprent’ geeft het nogal horribele verhaal weer van die bloesemmoord twintig jaar geleden. Jullie hebben dus geen vermoeden wie en waarom zoiets zou doen? Sabotage of promotie van de film?” Sheila maakt gretig gebruik van het opgeroepen verband tussen beide zaken.
“Wat een angstwekkende veronderstelling. U verdenkt iemand van ons team die de opnames wil saboteren of zelfs promoveren door de hoofdrolspeelster op bijna gelijkaardige wijze aan haar einde te helpen? Lijkt dat niet wat vergezocht? De concurrentie is wel hard en onverbiddelijk, maar om zoiets te doen…” Rita neemt het kranig op voor haar collega’s.
“Financiële problemen kunnen aan de basis liggen van de meest bizarre dingen. Er zijn al voor minder dingen moorden begaan. Ook het streven naar eeuwige roem kan mensen dwingen tot het begaan van de meest walgelijkste misdaden. Hebben jullie iets opgemerkt over problemen van enigerlei aard? Jullie zijn in feite de enige vaste werknemers.” Tony put uit zijn jarenlange ervaring als detective en filmfanaat.
“Helemaal niet. Onze twee bazen zijn twee parels van mensen. Ze zijn uitermate bezorgd over ons welbevinden en zouden alles doen voor hun medewerkers. Ze hebben een prijs gewonnen en de zaken draaien goed. Alleen, die horribele herinnering uit hun jeugd blijft hun parten spelen. Daarom dat ze het verhaal met hun vrienden uit die tijd willen verfilmen. Een soort van ode aan het slachtoffer en tegelijk een eigen verwerkingsproces.” Rita verdedigt haar werkgevers met verve.
“Bedankt voor de informatie. Het lijkt ons inderdaad niet eenvoudig om met zoiets om te gaan, zelfs op latere leeftijd. Jullie hebben ook geen wantrouwen ten aanzien van de andere teamleden? Jullie gaan er dus absoluut van uit dat het hier om een externe persoon gaat die volledig de pedalen kwijt is.”
Sheila wil hen dwingen tot een stellingname.
“Juist, ja, we vormen een hecht gezelschap. Iedereen heeft wel zijn karakter en aard, daar kan je niet van uit. Dat is overal zo. En nog meer in het cinematografisch milieu. Men wil ‘in the picture’ staan, meestal wegens gebrek aan zelfvertrouwen, uit onzekerheid of als een soort dwangneurose om mensen te behagen op het scherm. En tegelijk laat men anderen genieten van zijn of haar kunde, het gaat tenslotte om artiesten. Daar is altijd wel een hoek af.” Rita spreekt duidelijk met kennis van zaken.
“Terwijl we over extravagante of excentrieke personen spreken, hebt u de vorige eigenaar van Cinéfolie, professor Leo Magnus, gekend? Dat was pas een eigenaardig wezen. Hij leefde hier echt teruggetrokken op zijn landgoed. Hij kwam enkel naar buiten om les te geven aan de filmschool te Gent. Anders zag men hem niet. En dit verergerde nog na het drama dat zich hier heeft afgespeeld.” Karel drijft het gesprek bewust of onbewust in een andere richting. Zijn vriendin voelt zich even ongemakkelijk worden en kijkt hem geërgerd aan.

“We hebben gehoord over het roemrijke geslacht Magnus. Deze filmstudio werd gebouwd door grootvader Magnus. Het gebouw dateert uit de jaren dertig, vandaar de Art Déco-stijl. Wat voor drama heeft zich hier afgespeeld dan?” Sheila is geboeid door deze nieuwe intrigerende verhaallijn.
“Leo Magnus’ vrouw en kind zijn omgekomen in een tragisch ongeval. Zijn eigen mentale toestand is daardoor zelf volledig ontspoord. Hij is ongeveer twintig jaar geleden spoorloos verdwenen. Tot op heden heeft men hem niet teruggevonden. Vermoedelijk is hij ergens op de dool in een rivier beland en verdronken.”
“Wat een pijnlijk verhaal. Deze plek lijkt wel verdoemd te zijn. De gruwelijke moorden op de heide, het drama van Magnus’ gezin en nadien diens mysterieuze verdwijning. En hoe is dit hele domein dan in het bezit van Bruno en Evelyn gekomen?” Tony wil weten hoe de vork precies aan de steel zit.
“Zij aasden al een tijdje op dit domein. Maar de vraagprijs van de professor was te hoog en door zijn persoonlijke leed wou hij niets verkopen. Hij vluchtte volledig weg in zijn verdriet. Na zijn spraakmakende “disappearance act” werd hij doodverklaard en besloot zijn enige erfgename, diens hebberige zus, het hele boeltje van de hand te doen. De herinnering aan wat er gebeurd is, was te pijnlijk voor haar en zo hebben ze het geheel kunnen kopen tegen een sterk verlaagde prijs. Niemand was immers erin geïnteresseerd wegens de vreselijke omstandigheden. De één zijn dood, is de ander…” Rita vindt haar zen-gevoel terug en deelt het vervolg mee van de droevige geschiedenis.

“Maar het is Evelyn en Bruno van harte gegund. Ze zijn meesters in hun vak. Professor Magnus heeft nog aan hen lesgegeven en zou zeker fier geweest zijn. Zeker met die eervolle prijs die ze op het filmfestival van Cannes gewonnen hebben. En ze zijn oprecht warmhartige mensen. Zij geven deze plaats een nieuwe warme en creatieve bestemming. Helaas nu is deze terug bezoedeld door die laaghartige moord…” Karel is opgelucht omdat Rita terug communiceert. Hij uit bewondering voor zijn bazen.
“Interessant wat u ons allemaal vertelt. Wij waren niet op de hoogte van al deze verwikkelingen. Het moet voor hen ook niet eenvoudig geweest zijn om iets nieuw uit de grond te stampen, des te meer omdat deze omgeving zo’n zwaar verleden met zich meetorst.” Sheila verwoordt haar bevindingen heel empathisch. Tony glundert: zijn fantasierijke geest bevindt zich in heuse speelgoedwinkel.
“Gezinsgeluk wordt hier niet echt gegund. Ze konden geen kinderen krijgen, maar hebben er met veel inspanning en stress ééntje kunnen adopteren. Het zevenjarige zoontje is hun oogappel en de nieuwe levensbron van Cinéfolie. Hij logeert dit weekend bij Evelyns moeder.” Rita wijst op het hoopvolle gegeven in deze nogal zwaar door het lot geteisterde habitat.

Terwijl het viertal zich naar de onthaalruimte terug begeeft, aarzelt Karel even. Hij meent iets gehoord te hebben en wil erop reageren. Rita maant Karel aan om verder te gaan en hier niets over te melden aan de speurders. Er weerklonk een verdacht gestommel helemaal achteraan het gebouw vanuit de met een eikenhouten deur verzegelde kelderruimte. Net alsof iemand zich in de ondergrondse gewelven schuilhoudt. In een ruime filmstudio met bepaalde mystieke achtergrond slaat al gauw de verbeelding op hol. Misschien draagt dit bij tot de legende? Verzwijgt Rita iets? Of zit er echt iemand verborgen achter de duistere coulissen van de witte doek-fanaten? Iemand met immoreel gedachtengoed en sadistische intenties?
(vervolgt)Sheila wil h