Joke de Meyer: Bloedprent, deel 9

Joke de Meyer is een zeer talentvolle schrijfster. Ze houdt van spanning en dat is in dit verhaal weer heel goed te ontdekken. Geniet van deel 9 van Bloedprent

BLOEDPRENT/9 :

De rit in de zwarte bestelwagen is heftig en uitputtend. Brian, Tony en Pedro Alvarez bevinden zich achteraan het voertuig, opgesloten in de laadruimte. Eén van de ongure gangsters houdt hen voortdurend in het oog en onder schot. De twee andere criminelen zitten vooraan. De speurders moesten zich hulpeloos laten gevangennemen door de overmacht en hun wapens alsook gsm’s afleveren. Ze voelen zich overgeleverd aan de grillen van de weinig spraakzame ontvoerders die hen wegbrengen naar een onbekende bestemming.

“Jij weet hier meer van, Pedro? Zijn dat leden van het Mexicaanse kartel met Belgische zetel voor orgaanhandel? Ze hielden je in de gaten, niet? Daarom dat je zo onrustig was. Zijn het degene die je neef hebben omgebracht?” Brian sist nijdig tussen zijn tanden. Hij wil nu de echte waarheid kennen.

“Neen, ik ben echt van niets op de hoogte. Ik ben nog maar enkele dagen in jullie land aangekomen met de beste bedoelingen, om een textielzaak op te starten. Ik heb niets te maken met die misdadige praktijk. Maar ik had het bange gevoel dat ik geschaduwd werd.” Pedro blijft ontkennen.

“We zitten met grotere zorgen. Waar brengen ze ons heen? Wat zijn ze met ons van plan? Hoe redden we ons hieruit? Herlinde is op de hoogte van onze opdracht, maar hoe moeten we haar bereiken?” Tony bibbert terwijl hij zorgwekkend rondkijkt.

“Ik ben bang voor hun slechte bedoelingen. Ze hebben nog bijna geen woord gelost. Ik vrees dat ze ons naar hun hoofdkwartier brengen. Het ziet er niet goed uit voor ons.” Brian kan zijn collega niet geruststellen. Ze kunnen niets zien in de afgesloten beklemmende bestelwagen.

De bewaker maant hen aan tot zwijgen onder bedreiging van zijn geweer. Hij mompelt enkele onverstaanbare woorden, een mix tussen Spaans en Nederlands.

“Oké, oké, we zeggen al niets meer. Wanneer houden we halt en wat gaat er met ons gebeuren? Waarom heeft men ons zo brutaal meegenomen? Jullie weten toch dat wij inspecteurs zijn en, als er ons iets overkomt, dat jullie zware straffen te wachten staan.” Tony raapt zijn moed bijeen.

“Ik denk niet dat dit hen zorgen baart. We vormen belastende getuigen voor hun wansmakelijke praktijk. Ze willen ons waarschijnlijk ook…” Pedro uit nerveus zijn bezorgdheid.

“O neen, dat meen je niet! Onze organen ook gebruiken om andere levens te redden tegen woekerprijzen! Help ons, wij moeten hieruit voor ze…” Brian verliest zijn koelbloedigheid.

De genadeloze cipier richt misnoegd diens wapen op het drietal, dat snel de lippen verzegelt. Het is duidelijk aangeraden om zich koest te houden en angstvallig af te wachten. Hopelijk komt er redding en kunnen ze wegvluchten van het momenteel nog onzekere einddoel van het traject.

De kleine vrachtwagen houdt halt bij een afgelegen hangar in een verlaten industriepark ergens langs de Gentse haven. De gijzelnemers sleuren hun prooi respectloos uit de wagen en sluiten deze op in een donkere bergplaats. Er zijn geen vensters en de enige lamp is stuk. Enkel via de deurgaten bereikt een kleine lichtbundel de duistere cel.

“Je moet ons meer vertellen! We zijn hier aan ons lot overgeleverd en willen weten hoe de vork precies aan de steel zit.” Tony richt zich razend tot Pedro.

“Ik kan jullie enkel vertellen dat mijn neef Gino zwaar onder druk gezet werd. Zijn vrouw werd immers bedreigd en hij moest werken voor deze criminele organisatie. Hij was de contactpersoon in België en werd verplicht om banden te leggen met mogelijk bereidwillige personen zonder geweten en uit op geldgewin. Zoals die chirurg De Prins, die geconfronteerd werd met een grote schuldenlast.” Pedro besluit uit de biecht te klappen. Hij heeft nu niets meer te verliezen.

“Heeft hij ook Vanessa laten vermoorden twintig jaar geleden om haar hart te stelen?” Tony legt een link met de bloesemmoord.

“Dat denk ik niet. Mijn neef is niet echt moorddadig, hij wou enkel zijn echtgenote redden uit de handen van die nietsontziende killers. En de orgaanhandel bracht een schat aan vermogen op. Sommigen hebben er alles voor over om zichzelf of dierbaren te redden die zwaargewond of ernstig ziek zijn. De wachttijden op de orgaantransplantatielijst duren immers heel lang. Velen kunnen deze druk niet aan en zien hun geliefden zelfs overlijden vooraleer er enige actie komt. Vandaar dat ze er veel geld voor over hebben om lichaamsonderdelen bij anderen te gaan stelen.” Pedro schetst de gruwelijke context.

“Maar het kan toch ook fataal aflopen indien men levensnoodzakelijke organen wegneemt?” Brian huivert bij deze gedachte.

“Dit kan nooit de bedoeling geweest zijn, het ging vooral om nieren en dergelijke. In het geval van die Vanessa moet iemand anders achter de misdaad gezeten hebben. Het is trouwens niet evident om een hart te bewaren en te transporteren van de donor naar de ontvanger. Ze hebben mijn neef Gino om het leven gebracht als compromitterende pion, net zoals wij nu helaas…” Pedro lijkt zeker van zijn stuk ondanks zijn ontmoediging.

“Vreemd. En die dokter De Prins zat in de gevangenis. Hij mocht ook niets vertellen uit angst voor de veiligheid van zijn gezin, ook al had hij niets te maken met de moord en werd hij erin geluisd door iemand anders. Dus vermoedelijk zit die bende ook niet achter de moord op Tamara? Een lever vormt evenzo een onmisbaar menselijk onderdeel.” Tony declameert een sluitende conclusie om afgeleid te zijn van de penibele situatie waarin ze zich bevinden.

“Nu hebben ze blijkbaar terug hun misdadige handel hier verdergezet.” Brian zoekt terneergeslagen naar een uitweg.

De deur wordt brutaal opengegooid en één van de vermomde gangsters richt boosaardig het woord tot het drietal.

“Je weet te veel, beste Alvarez. Net zoals die bemoeiallen van speurders. Jullie zullen van pas komen als levensechte verse donors.” Dit voornemen klinkt heel sarcastisch.

Zowel Pedro als Brian en Tony weten geen weg met hun ontzetting en zijn aan de grond genageld…

Karen zet op ditzelfde moment haar speurtocht verder naar mogelijke nabestaanden van de toenmalig vermoorde Vanessa. Ze heeft een boeiend gesprek met Anne Schepens, de zestigjarige directrice van de Gentse school Filming Art. Anne werkt daar al veertig jaar en kent het reilen en zeilen van de gerenommeerde hippe onderwijsinstelling door en door. De met witte muren omringde minicampus spreekt tot de creatieve verbeelding. Anne heeft een grijze haardot en guitige blik. In haar modieuze zwartwit gestreepte jurk voelt ze zich jeugdig tussen het jonge geweld. Ze heeft samen met de speurder plaats genomen in een lederen zetelhoek achter haar desk. Voorbij de ramen die uitgeven op haar ruime luchtige kantoor, passeren af en toe studenten. Met enig artistiek enthousiasme- ze was ook in een vorig leven actrice en zangeres-gaat ze in op het verhoor van Karen.

“Dus Vanessa’s vader was truckchauffeur en betrokken bij het tragische ongeval van de echtgenote en dochter van professor Magnus twintig jaar geleden?” Karen steekt van wal en geeft haar recente ontdekkingen prijs.

“Inderdaad. Die arme man heeft dit nooit kunnen verwerken. Ook al was hij zelf niet schuldig aan het accident, toch voelde hij zich miserabel. Toen kort nadien Vanessa op bloeddorstige wijze om het leven kwam, sloegen bij hem de stoppen door. Ze was tenslotte al wat hij had-zijn eigen vrouw en moeder van Vanessa stierf in het kraambed. Hij heeft toen zelfmoord gepleegd door zichzelf te verhangen. Zijn beste vriend en collega heeft hem gevonden. Dit was een heel zware dobber.” Anne verplaatst zich met empathie in de levenswereld van haar studenten, die ze als haar kinderen beschouwd. Als vertrouwelinge herinnert ze zich bijna ieder verhaal en vooral dit heeft haar hard aangegrepen.

“Dat moet inderdaad heel hard te verduren geweest zijn. We kunnen deze collega van Vanessa’s vader eens opzoeken voor meer informatie. Heeft professor Magnus hem dit ooit kwalijk genomen? Is er een aanvang van proces geweest of heeft hij hem bedreigd? Magnus heeft immers zijn gezin verloren door het ongeval.” Karen oppert mogelijke denkpistes.

“Er waren wel openlijke beschuldigingen, maar tot een rechtszaak is het nooit gekomen. Professor Magnus was zelf het noorden kwijt en kwijnde weg van verdriet tot hij zich door verdrinking van het leven beroofde.” Anne schudt ontredderd het hoofd. Ook haar collega’s draagt ze een warm hart toe.

“Het is misschien mogelijk dat hij uit was op wraak? Vanessa’s dood kan hij als genoegdoening beschouwd hebben. En hij woonde toen niet ver van de heide waar de vreselijke moord gebeurde.” De detective geeft nuchter haar analyse weer.

“Dat lijkt me vergezocht. Die dokter De Prins is toch veroordeeld voor haar dood? Ik denk niet dat professor Magnus tot zoiets gruwelijk in staat was. Hij leefde als een totaal gebroken kluizenaar op zijn ondertussen verkommerde landgoed. En een dergelijke misdaad kon wel wraakgevoelens verzadigen, maar bracht zijn familie niet terug. We hebben hem helaas moeten ontslaan toen hij maandenlang niet meer opdaagde voor de lessen. Toen is hij van de aardbol verdwenen.” De directrice lijdt nog steeds onder die drastische maatregel en voelt zich schuldig.

“Wij zijn op zoek naar alle mogelijke verdachten in deze zaak. Niets is zeker. Had Vanessa zelf vijanden? Was er iemand die haar naar het leven stond?” Karen gooit het gesprek over een andere boeg.

“Tja, ze had echt wel grote ambities. Men noemde haar de nieuwe Marilyn Monroe. Ze wou absoluut in de belangstelling staan. Vandaar ook haar studies aan de filmschool. Die hooghartigheid werd haar niet in dank afgenomen. Ze kon anderen fel kwetsen om haar doel te bereiken.” Anne kent ook de zwakke punten van haar studenten.

“Ze had ook een relatie met Bruno? Deze heeft haar aan de kant geschoven voor Evelyn. Vermoedelijk was haar ego hierdoor ernstig gekwetst. Zou ze hierdoor rare dingen gedaan hebben om zich te wreken?” Karen tapt van hetzelfde vaatje.

“Bruno was geen man voor haar. Ze had stabiliteit nodig. Hij miste haar drive om hogerop te komen in het leven en was ook niet het voorbeeld van trouw. Ze heeft het wel haar vriendin Evelyn erg kwalijk genomen.” Anne lijkt goed op de hoogte te zijn van de intriges die zich afspelen binnen haar onderwijsinstelling.

“En we hebben gehoord dat ze ook een soort affaire had met professor Lebrun? Ze zou hem gebruikt hebben om hoge punten te scoren. Was hier sprake van een “liaison dangereuse”? Zijn reputatie stond misschien op het spel en hij kon zelfs in opspraak komen?” Hier betreedt Karen het pad van het suggestieve.

“Die professoren he, het zijn vaak wereldvreemde wezens. Ze pappen aan met jonge verleidelijke studentes om zichzelf een tweede jeugd toe te eigenen. Ze hebben een groot ego en nog meer in deze showbusiness. Iedereen wil gezien en geadoreerd worden. Een soort compensatie voor een minderwaardigheidscomplex?” Anne giechelt terwijl ze deze psychoanalyse maakt.

“Kan hij haar omgebracht hebben? Misschien wou Vanessa meer dan alleen maar een flirt en chanteerde ze hem?” Karen laat haar verbeelding de vrije loop.

“Dat is natuurlijk mogelijk, maar weinig waarschijnlijk. Professor Lebrun stond zoals de meeste docenten bekend voor zijn liederlijke levenswandel. Hij was vroeg gescheiden en liet zich de vrouwelijke aandacht welgevallen. Vanessa ging zichzelf meer schade berokkenen door hem te tergen.” Anne wrijft over haar dot en mijmert even als ze terugdenkt aan haar eigen amoureuze escapades. Tegelijkertijd zwaait ze naar passerende jongelui.

“Alles is mogelijk. Nu is hij gepensioneerd en werkt mee aan de film “Bloedprent”. Een soort hommage aan dat vreselijk spook uit het verleden. Hij heeft nu een verhouding met Maggy, het vroegere lelijke eendje van de groep vrienden uit die tijd, en ze vormt nu zijn muze.” Karen gniffelt en wenkt ook naar enkele knappe twintigers. Wat zou ze graag de muze zijn van een debuterende aantrekkelijke regisseur. Maar zouden enkele lachrimpels zichtbaar zijn op het high-definition-televisie-scherm? Ze laat deze kelk aan zich voorbijgaan.

“Ja, hij was net zoals andere lesgevers gefrustreerd over het feit dat hij een vakidioot bleef. Hij droomde ook van een internationale filmcarrière, maar moest zich tevreden stellen met het educatieve aspect. Men heeft nu eenmaal overal theoretici en practici.” Anne biedt Karen een glas water van haar koelmachine. Karen geniet van de kleurrijke vertelstijl van de kwieke directrice. Men weet echter nooit of ze als gewezen actrice oprecht is of een sluw spelletje speelt.

“Had hij een goede band met de studenten? En professor Magnus, hoe was diens band met zowel Lebrun als de studenten? Had deze laatste ook een minnares?” De speurder focust zich nu op een ander aspect.

“Ja, ze hadden een grote voorliefde voor hun vak. En ze kregen veel voldoening door de appreciatie van hun publiek. Zoals bij alle leraars, men wil uitblinken in de leerstof en dit kan wel af en toe voor jaloezie en onderlinge wrijvingen zorgen. Professor Magnus was heel trouw. Hij had wel veel bewonderaarsters. Ik denk zelfs iemand van het personeel vroeger, een secretaresse, haar naam ontgaat me even…” Anne schenkt zichzelf ook een glas water uit. Ze heeft zoveel meegemaakt tijdens haar lange carrière. Kan ze soms als artieste zelf de realiteit van de fictie onderscheiden?

“Interessant dat u dat beweert. Kan u ons soms concrete namen geven? Wij willen precies weten of er iets verdacht achter zijn raadselachtige verdwijning schuilt.” Karens nieuwsgierigheid is geprikkeld. Er zijn meer mysteries die blijkbaar verband met elkaar houden en allemaal enige impact kunnen hebben.

Sheila is aangekomen bij de filmstudio. Men heeft daar nog niets vastgesteld aangaande de vreselijke gebeurtenis die producent Geoffrey getroffen heeft. De kleine Oliver huppelt haar tegemoet.

“Ben jij een agente? Wil jij soms met me meegaan naar binnen? Ik wil weten wat daar gebeurt.” Oliver vertrouwt haar en reikt haar speels de hand.

“Dat is interessant. Is erbinnen soms iets aan de hand?” Sheila vindt het amusant dat het kind haar mee op sleeptouw wil nemen. Ze vermoedt dat het kadert in één of andere spelformule.

“Ja, dit gebouw heeft een oude geschiedenis. Niemand wil naar de kelder gaan. En er weerklinken vaak eigenaardige geluiden.” Oliver flapt spontaan zijn gedachten eruit.

“Vreemd zo’n spookachtige locatie in huis. Ik herinner me nog dat we vroeger bang waren om op zolder te gaan. Men beweerde dat het daar spookte. Ik heb daar vaak nachtmerries van gehad.” Sheila gaat mee in de fantasiewereld van de jongen.

Patsy, de moeder van Evelyn, komt hen als een dragonder tegemoet. Ze heeft enkele boodschappen gedaan voor haar dochter, draagt enkele plastiek zakken en is verontwaardigd.

“Wie bent u? Laat mijn kleinzoon met rust! Oliver, je weet toch wat we je geleerd hebben. Niet babbelen met vreemden.” Haar stemgeluid galmt nors en berispend.

“Ik ben detective, mevrouw. Wij trachten een verklaring te zoeken voor de baldadige evenementen die hier plaats hebben gevonden.” Sheila verklaart haar aanwezigheid en probeert haar te kalmeren.

“Ik ben Evelyns moeder en draag meestal zorg voor Oliver. Hij is mijn oogappel. Ik heb maar één dochter en kleinzoon en wil niet dat hen iets overkomt. Mijn man is vroeg gestorven en zij zijn het licht in mijn ogen.” Patsy dropt haar lading en ontfermt zich emotioneel over Oliver.

“Volkomen begrijpelijk, mevrouw. U hebt een pientere kleinzoon. Hij heeft een groot verbeeldingsvermogen en is gefascineerd door verborgen plaatsen.” Sheila stelt haar gerust en prijst hem aan. Grootouders hebben dit graag, glimlacht ze. Ze herinnert zich hoe ze zelf op een figuurlijke troon gezet werd door haar eigen oma. Of was het op de “kakstoel” zoals men die noemt in de volksmond? Haar grootmoeder was allergisch aan het verversen van pampers en wou haar zo snel mogelijk leren het toilet gebruiken. Best dat haar collega’s hierover niets weten, daar zou zeker een geurtje aan zitten, grapt ze.

“Ik maak me zorgen over deze lugubere opnames. Dit brengt niets goed met zich mee. Bruno en Evelyn hebben gescoord in het verleden met hun film, maar nu blijkt het minder te vlotten. Sinds die vreselijke doodslag is het geen plaats meer om Oliver op te voeden. En zeker nu Koen De Prins, de zoon van die laffe moordenaar, meedoet.” Patsy omhelst haar kleinzoon innig.

Deze laatste rukt zich los uit haar overdreven affectieve greep en kiest het hazenpad richting het hoofdgebouw. Hij sleurt behulpzaam een tas met boodschappen met zich mee.

“Oliver is een prachtig kind. Weet hij dat hij geadopteerd is ? Hij is intelligent en moet zeker vreugde brengen.” Sheila raakt een gevoelige snaar. Haar vraag floepte eruit zonder nadenken.

“Neen, we hebben hem dit nog niet verteld. Evelyn en Bruno hebben tevergeefs op natuurlijke wijze geprobeerd om een kind ter wereld te brengen. Ik heb hen gesteund en geholpen bij deze adoptie.” Patsy reageert knorrig. Ze vindt dat de inspecteur te ver gaat met haar onderzoek.

“Ken u de oorspronkelijke ouders of familie van het kind?” Sheila bewandelt verder het delicaat gekozen onderwerp. Haar waarnemend diensthoofd Herlinde was geïntrigeerd door de adoptie omdat ze zelf nooit deze stap heeft durven zetten.

“Neen, die zijn waarschijnlijk overleden. En wat doet dit ter zake? Oliver is mijn volwaardige kleinzoon via volle adoptie. De banden met het verleden zijn definitief verbroken. Wij vormen diens toekomst nu.” Patsy blijft bits uit de hoek komen. De komst van Oliver moet precies een enigma blijven. Sheila maakt aanstalten om haar te helpen met de andere zak, maar de grootmoeder wijst haar hulp af.

Rita en Karel zijn toevallige getuige van dit gesprek en houden zich op de achtergrond nabij het lange vensterraam van de inkomhal. Ze maken zich klaar voor een nieuwe opname.

“Zie je wel? Er is iets niets pluis met die verzegelde kelderruimte. Ook Oliver merkt dit op. Kinderen hebben een zesde zintuig. Waarom wil je niet dat dit onderzocht wordt, Rita?” Karel wil dat de grimeuse eens kleur bekent.

“Omdat dit pure inbeelding is. Er heerst daar ernstig
instortgevaar en we mogen Bruno en Evelyn niet alarmeren. Zij hebben momenteel de middelen niet om dat aan te pakken. En het is de ideale moment ook niet…” Rita wijst hem met strenge blik in de ogen terecht.

“Toch vind ik dat we daar eens een kijkje moeten nemen. Wie weet zit daar geen psychopaat verborgen. Alles wat hier gebeurd is in de omgeving berust op geen toeval.” Karel fronst de wenkbrauwen en legt zijn handen gebiedend op haar schouders.

“Laat het verleden rusten. Dit domein was eigendom van professor Magnus en zijn ziel huist hier. Hij heeft alles met pijn in het hart moeten loslaten omdat hij met zware schulden zat. Hij moest ook het verlies van zijn vrouw en dochter verwerken, ondanks alle moeite die hij gedaan heeft. Trouwens, wat is de reden van jouw aanwezigheid hier? Daar gaan we best over zwijgen, zeker?” Zo snoert Rita Karel kordaat de mond. Hij voelt zich ongemakkelijk en wil duidelijk zijn eigen geheimen verborgen houden.

Professor Lebrun en Gert zijn van plan om hun wanhopige speurtocht naar de vermiste Maggy met de wagen verder te zetten. Valère wil het portier van zijn bruinkleurige jeep openen en instappen. Gert maakt aanstalten om mee te gaan. Sheila merkt dit vreemde gedrag op bij de parking en kijkt hen beiden vragend aan.

“Maggy is spoorloos! We gaan eens poolshoogte nemen op mijn appartement in het stadscentrum! Ze verblijft daar al enkele jaren bij mij. Wie weet is ze daar nu.” Valère kermt wanhopig.

“En u kan haar op geen enkele manier bereiken? Noch telefonisch, noch via andere weg? Waarom hebt u ons niet op de hoogte gebracht van dit onrustwekkend feit?” Sheila legt hen op de rooster.

“Wij hebben zelf eerst overal intensief gezocht. Haar gsm en tas liggen in haar slaapkamer en haar wagen staat nog hier geparkeerd. Hopelijk is haar niets overkomen. We wilden ook niet een nodeloos drama veroorzaken.” Gert geeft verward uitleg over de situatie.

“Misschien maakt ze gewoon een wandeling in de buurt? Zijn er redenen om te denken dat er iets ernstig is gebeurd?” Sheila probeert een redelijke verklaring te zoeken.

“We hadden een meningsverschil en waren bezorgd omdat ze per se de rol van Vanessa wou vertolken na Tamara’s dood. Ze is toen woedend vertrokken en dat is al een aantal uren geleden ondertussen.” Valère zit reeds achter het stuur en start de motor. Hij wil geen gras laten groeien over de zoektocht.

“Dat was vooral Valères schuld. We hebben reeds een eindje de heide afgezocht zonder enig spoor echter. Daarom dat we nu andere plaatsen willen verkennen! We mogen er niet aan denken! Ze betekent voor mij alles. Nog meer dan voor Valère, na alles wat we meegemaakt hebben in onze jeugd!” Ook Gert springt in de wagen na het uiten van zijn melodramatische frustratie.

Sheila gaapt de weg vlammende jeep met gemengde gevoelens na. Dit lijkt hier wel een betoverd gebied met het ene incident na het andere. Hopelijk is Maggy op haar beurt geen slachtoffer geworden van de gewetenloze killer….

In de bungalow hebben Randy en Ellen een woelige woordentwist.

“Ik wil dat je wat afstand van me houdt, Ellen! Ik ben die kleverige aanwezigheid beu! We hebben elk een eigen leven en ik weet niet meer wat te denken. Je was toch niet jaloers op Tamara?” Randy verandert van outfit voor het inblikken van een scène en wil dat Ellen even uit zijn buurt blijft. Ze helpt hem zijn hemd dichtknopen en dit is momenteel te veel aandacht voor hem.

“Ben je gek geworden? Ik idealiseer enkel jou. Jij bent mijn spirituele evenbeeld. We zijn elkaars zielsverwanten. Tamara was maar een lustobject zoals vele andere onnozele wichten. Onze onderlinge band gaat veel dieper. Ik zou je op alle gebied steunen, door het vuur gaan zelfs!” Ellen laat zich niet verdringen en omhelst Randy passioneel.

“Je mag jezelf daarin niet verliezen, Ellen. Onder invloed van drank en drugs is een mens tot vreselijke dingen in staat. En te veel iemand adoreren is gevaarlijk. Zou je in staat zijn om moorden te plegen voor mij?” Voorzichtig duwt Randy Ellen van zich af en staart haar ernstig aan.

“Ik? Met mijn frêle gestalte? Hoe kun je zoiets denken? Ben jij eerder niet degene die er alles voor over heeft om jouw platonische liefde Evelyn te bevredigen? Of zelfs om jouw eindeloos grote ego te spijzigen, namelijk het zelf uitbrengen van een film zonder hulp van Cinefolie? Het vreet aan jou om onderdanig te moeten zijn in een project waarbij jezelf de leiding zou willen hebben. Ik ken je door en door…” Ellen verliest haar geduld en komt scherp uit de hoek. Woest komen ze oog in oog te staan.

Eensklaps worden ze opgeschrikt door een angstkreet. Ze laten hun dispuut even voor wat het is en begeven zich nieuwsgierig in de richting van het geluid. Ze passeren voorbij het slaapvertrek van Geoffrey en zien de deur openstaan. Geïntrigeerd gluren ze even binnen en zijn dadelijk onthutst. Het levenloze lichaam van de producent ligt uitgespreid over de met bloed doordrenkte box-spring. Ellen gilt ontsteld. Randy kan geen kreet uitbrengen door de schok.

Achter hen komt iemand met geruisloze tred naderbij…

Binnenkort het vervolg