Henk van Kuijk: Blow Job

Foto: eigen archief
Blow Job
Het is tegenwoordig een actueel onderwerp: onderzoeksjournalistiek. Het komt deze week voorbij in de Trumpmania, Watergate-herinneringen, Teevengate en de dopingzaak van Lance Armstrong. “Nee”, zei gerespecteerd journalist Bert Wagendorp in DWDD, “ik had wel een vermoeden, maar ik had geen enkel bewijs van dopinggebruik door Armstrong, en geen enkele bron. Je moet een deep throat hebben, zoals bij Watergate.” Neem nu het schaatsen. Daar heersen wij als oranjepakken zo machtig, dat je denkt: is dat helemaal op Friese kaas en Pompebleddebrood? Je ziet die Russen denken. Vooruit, dan kom ik nu zelf met een newsbreak! Ja, we gebruikten afgelopen WK Afstanden Schaatsen in Guangneung fors doping. Alle schaatsers, van alle ploegen.
Natuurlijk heimelijk, pardon stiekem, verborgen. Hoe? Nee, niet via toedienen van liturgine of spiranema, nee via de blow job. Seks voor de wedstrijd, zegt u? Even hevig van bil voor de ultieme prestatie, in het materialenhok? Nee, nee, a dirty mind is a joy for ever, zei mijn leraar Engels altijd, nee, het gaat om winddoping. Een geheel nieuwe, nog onontdekte vorm. Zo dacht men. Maar ik had ‘t door. Het was zelfs even vol in beeld. Vier getuite ventilatoren waren aan het plafond van de ijsbaan gemonteerd, en bliezen in de lengterichting en meerijrichting van de schaatsbanen de rijders wind in de rug. Ik stelde vast dat er direct bij alle ploegen persoonlijke toptijden werd gereden, records op een laaglandbaan. Dezelfde baan waar volgend jaar de Olympische Winterspelen worden gehouden. Het opvallende was dat de schaatsers gewoon net deden alsof hun neus bloedde, ze gleden soepel over de winddoping heen. Door toe te geven dat ze het gewoon een lekker gunstig briesje vonden, maskeerden ze in feite het dopinggebruik.
Ons aller Sven maakte het wel heel bont. Hij zei: “Nuhh, tja, ik weet niet of ik er voordeel van heb gehad, het nadeel van zo’n apparaat is dat je ‘m in verschillende standen kan zetten, hard en zacht. En trouwens, niets ten nadele van de ijsmeester, het ijs is gewoon goed.” Over de windmeester sprak hij, wijselijk, niet. De NOS-commentatoren, toch doorgewinterde rotten, hadden helemaal niks in de gaten. Daarom ben ik, op verzoek van Volkskrant en Almere Nieuws, als onderzoeksjournalist de catacomben van de Wang Chi Arena ingedoken, op zoek naar de windmeester.
Maar u begrijpt het al, die was niet te vinden. Ik heb wel een paar draden van de windturbines gevolgd, maar die verdwenen uiteindelijk in een hermetisch dichtgemetselde Trumpmuur. Ik twijfel nu aan alle turbodijen van onze schaatsers. Beide kranten hebben daarom een vervolgonderzoek gestart naar WindGate. Mogelijk is er ook sprake van een Thialfgate en een Flevo-on-IceGate. Je moet er toch niet aan denken, dat er binnenkort boven de laatste 500 meter van een Tour-étappe windturbines hangen, of boven het race-circuitvan Max.
Henk van Kuijk